Wanneer het apparaat definitief uit
bedrijf wordt genomen, bezorgt u het
voor milieuvriendelijke verwerking aan
een plaatselijk recyclagebedrijf .
3 Toepassingen
Deze compacte PA-installatie dient voor de
professionele muziekweergave met een ver-
mogen tot 500 W . De installatie bestaat uit een
subwooferbox met een ingebouwde 3-kanaals
vermogenversterker, ingebouwd 3-kanaals
mengsysteem en twee satellietluidsprekers .
De optimaal op de subwoofer afgestemde
satellietluidsprekers kunnen voor transport in
de subwooferbox worden opgeborgen . De in-
stallatie is zo bijzonder geschikt voor mobiele
toepassingen . De levering omvat 2 luidspre-
kerkabels (4,5 m) en 2 statieven voor de satel-
lietluidspreker .
4 Ingebruikname
4.1 PA-installatie opstellen
1) Draai de beide borgschroeven (1) voor de
satellietluidspreker los en neem de luidspre-
kers uit de subwooferbox .
2) Stel de satellietluidsprekers op volgens de
bedrijfsmodus:
Voor het stereobedrijf monteert u de satel-
lietluidsprekers op de bijgeleverde statieven .
U kunt voor het linker en het rechter stereo-
kanaal echter ook twee TRITON 350-instal-
laties gebruiken die beide in monobedrijf
zijn geschakeld .
Voor het monobedrijf verbindt u de beide
satellietluidsprekers onderling of u sluit ze
rechtstreeks aan op de subwooferbox
Fig. 3 Satellietluidsprekers direct bovenop
geplaatst
of plaats een stang van het meegeleverde
statief er als afstandsstang ertussen .
Opmerkingen:
1 . Voor een optimale klank moeten de satelliet-
luidsprekers zich op oorhoogte van het publiek
bevinden .
2 . Bij stereobedrijf hoeft de subwooferbox niet
precies in het midden tussen de satellietluid-
sprekers staan . De door de subwoofer af-
gestraalde lage tonen kunnen namelijk niet
nauwkeurig worden gelokaliseerd .
4.2 Signaalbronnen en
luidsprekerboxen aansluiten
De in- en uitgangen mogen alleen worden aan-
gesloten en gewijzigd, als de TRITON-350 en
de aan te sluiten apparatuur uitgeschakeld is .
Opgelet! Leg alle aansluitkabels zo dat nie-
mand erover kan struikelen . Gebruik evt . kabel-
bruggen (bv . artikel CB-...) en /of speciale plak-
banden (Gaffa Tapes, bv . artikelen AT-169, AT-
201, AT-202) .
1) Als de satellietluidsprekers direct op de
subwooferbox zijn geplaatst, is meteen ook
de elektrische aansluiting tot stand gebracht .
Verbind de luidsprekers anders via de bijgele-
verde aansluitkabels met de subwooferbox:
Voor het stereobedrijf sluit u de linker-
luidspreker aan op de jack LEFT (16) en de
rechterluidspreker op de jack RIGHT (21) .
Schuif de schakelaar MODE SELECT (10) in
de stand
.
Voor het monobedrijf verbindt u een van
de beide jacks van de verbonden satel-
lietluidsprekers via de bijgeleverde verbin-
dingskabel met de jack LEFT (16) . Schuif de
schakelaar MODE SELECT (10) in de stand .
2) Microfoons kunnen op de ingangsjacks van
de kanalen CH 1 (11) en CH 2 (12) worden
aangesloten . Plaats de bijbehorende keu-
zeschakelaar MIC/LINE (4) in de stand MIC .
3) Voor audioapparatuur met lijnuitgang
(bv . mp3-/cd-speler, radio, mengpaneel) zijn
volgende ingangsjacks beschikbaar:
CH 1 (11) voor monosignalen
CH 2 (12) voor stereosignalen
CH 3 (5 en 13) voor stereosignalen; bij het
aansluiten van de stekkerbus (5) worden de
cinch-jacks (13) uitgeschakeld .
Bij de kanalen CH 1 en CH 2 plaatst u de
bijbehorende keuzeschakelaar MIC/LINE (4)
in de stand LINE .
4) De uitgangsjacks OUT (14) kunnen voor
het doorsturen van het mengsignaal [scha-
kelaar (9) in de stand MIX OUT] op een
opnameapparaat of op een andere actieve
luidspreker worden gebruikt . Indien alleen
het ingangssignaal van het kanaal CH 2
moet worden doorgestuurd, plaatst u de
schakelaar (9) in de stand CH2/ THRU .
5) Om een grotere ruimte van muziek te voor-
zien, is een bijkomende actieve luidspreker
nodig . Zo kunnen de jacks LINK IN/OUT (15)
van twee TRITON-350 met elkaar worden
verbonden . De eerste TRITON dient als sig-
naalbron voor de tweede . Op de tweede
TRITON plaatst u alle regelaars GAIN (8) in
de minimumstand MIN; het geluidsvolume
wordt door de eerste TRITON bepaald .
6) Voor de voedingsspanning sluit u de
POWER-jack 230 V~ (20) met behulp van het
bijgeleverde netsnoer aan op een stopcon-
tact (230 V~/50 Hz) .
5 Bediening
1) Alvorens een eerste keer in te schakelen
draait u de drie regelaars GAIN (8) in de
minimumstand MIN . Zo vermijdt u luide in-
schakelploppen .
2) Schakel de installatie in met de POWER-
schakelaar (17) . De led ON/LIMIT (3) licht op .
3) Met de volumeregelaars GAIN kunt u de
signalen van de ingangen mengen, in- en
uitschakelen .
OPGELET Stel het volume nooit te hoog
in . Langdurige blootstelling aan
hoge volumes kan het gehoor
beschadigen! Het gehoor raakt
aangepast aan hoge volumes die na een
tijdje niet meer zo hoog lijken . Verhoog
daarom het volume niet nog meer, nadat
u er gewoon aan bent geraakt .
Opgelet: In geval van een terugkoppelingstoon
tijdens het gebruik van de microfoon vergroot u
de afstand tussen de luidspreker en de microfoon
en / of draait u de regelaar GAIN van de bijbeho-
rende microfoon overeenkomstig terug .
Opmerking: Als de led ON /LIMIT (3) rood op-
licht, vermindert de Limiter het geluidsvolume als
bescherming van de luidspreker . Als de oorspron-
kelijke dynamiek van het signaal behouden moet
blijven, vermindert u het geluidsvolume met de
bijbehorende regelaar GAIN zo sterk, dat de led
alleen nog blauw oplicht .
4) Stel met de regelaar SUB (6) het gewenste
geluidsvolume in van de lage tonen die door
de subwoofer worden afgestraald .
5) Stel bij stereobedrijf de balans voor de satel-
lietluidsprekers in met de regelaar BAL (7) .
6) Pas voor elk ingangskanaal de klank aan de
akoestiek van de ruimte aan met de regelaar
EFFECT (2) .
6 Technische gegevens
Uitgangsvermogen
Nominaal vermogen: � � 1 × 320 W
2 × 50 W
Maximaal vermogen: � 500 W
max
Geluidsdruk
Nominale waarde: � � � 120 dB
Muziek: � � � � � � � � � � � 123 dB
Piek: � � � � � � � � � � � � � � 125 dB
Luidsprekeruitrusting
1 × lage tonen: � � � � � 25 cm (10")
2 × luidsprekers
middentonen: � � � � 13 cm (5")
2 × hoorntweeters: � � � 25 mm (1")
Frequentie: � � � � � � � � � � 50 – 20 000 Hz
Signaal-ruisverhouding: � > 80 dB
Ingangen (gevoeligheid/impedantie; aansluiting)
LINE CH 1 en CH 2: � � � 440 mV/20 kΩ;
CH 3-stekker, gebalanceerd
LINE CH 3: � � � � � � � � � 200 mV/10 kΩ;
Cinch / 3,5 mm-stekker,
ongebalanceerd
MIC CH 1 en CH 2: � � � 7 mV/10 kΩ;
CH 3-stekker, gebalanceerd
LINK IN: � � � � � � � � � � � 220 mV/4 kΩ;
6,3 mm-jack, ongebalanceerd
Uitgangen (niveau, aansluiting)
OUT (14): � � � � � � � � � � max� 3 V, 6,3 mm-stekker,
gebalanceerd
LINK OUT (15): � � � � � � 180 mV, 6,3 mm-stekker,
ongebalanceerd
Voedingsspanning
Netspanning: � � � � � � � 230 V~/50 Hz
Vermogensopname: � � max� 510 VA
Afmetingen
Subwoofer: � � � � � � � � � 350 × 455 × 412 mm
Satelliet: � � � � � � � � � � � 145 × 230 × 110 mm
Totaal gewicht: � � � � � � � 18 kg
Wijzigingen voorbehouden .
Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet be
schermd eigendom van MONACOR
GmbH & Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk –
voor eigen commerciële doeleinden is verboden.
(Sub)
rms
(Sat)
rms
INTERNATIONAL
®
13