8.2
Motorolie
Zie onderstaande afbeelding
1.
Voer de motorolie af wanneer de motor warm is.
2.
Verwijder de dichtingsplug (a) en de aftapplug (b) om de olie af te voeren.
Opmerking: Om het milieu te beschermen, plaats een bakje onder de machine
om het vloeistof op te vangen en breng tevens een waterdicht zeil onder de
machine aan om de grond te beschermen. Gooi de vloeistof weg overeenkomstig
de geldende voorschriften.
3.
Breng de aftapplug opnieuw aan.
4.
Vul de carter van de motor met de aanbevolen motorolie tot aan de
olieniveaumarkering (c). Voor de juiste hoeveelheid en het type olie, zie de
Technische gegevens.
5.
Schroef de afdichtingsplug opnieuw vast.
29
8 Onderhoud