Het buitengewone onderhoud mag uitsluitend aan de hand van de onderstaande tabel worden verricht
door een specialiseerde technicus.
ONDERHOUDSINTERVAL
Elke 200 uur
Elke 500 uur
WAARSCHUWING
• De gegevens van de tabel zijn slechts indicatief. Bij een bijzonder zwaar gebruik kan het nodig zijn
dat u de handelingen vaker verricht.
STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
STORINGEN
Als u de hoofdschakelaar (1)
op "1" draait, star t de
hogedrukreiniger niet, of als
het lampje (43) niet brandt.
Met een druk op de knop (21)
start de hogedrukreiniger
n i e t o p , o o k a l s h e t
lampje (43) brandt (LENA).
De hogedrukreiniger trilt
veel en maakt veel geluid.
BUITENGEWOON ONDERHOUD
• Het hydraulische circuit van de pomp
controleren.
• De olie in de pomp verversen.
• De kleppen voor de aanzuiging/toevoer
van de pomp controleren.
• De bevestiging van de schroeven van
de pomp controleren.
OORZAKEN
D e s c h a k e l a a r w a a r d e
v o e d i n g s k a b e l o p i s
aangesloten staat op "0".
D e veiligheidsinr ichting
v a n d e i n s t a l l a t i e w a a r
d e h o g e d r u k r e i n i g e r
op is aangesloten heef t
i n g e g r e p e n ( z e k e r i n g ,
differentieelschakelaar, enz.).
Stek ker ver keerd in het
stopcontact gestoken.
Noodstop (40) ingedrukt.
Het filter (18) is vuil.
Luchtaanzuiging.
Onvolledige aanzuiging pomp. Neem de aanwijzingen in acht van de
Onvoldoende watertoevoer
of het water wordt op een te
grote diepte aangezogen.
Het aanzuigcircuit wordt
a f g e k n e l d ( b o c h t e n ,
ellebogen, enz.).
HANDELING
• De bevestiging van de pomp
controleren.
• De regelklep van de pomp
controleren.
• De veiligheidsinrichtingen
controleren.
OPLOSSINGEN
Plaats de schakelaar op "1".
Herstel de veiligheidsinrichting.
DE HOGEDRUKREINIGER NIET GEBRUIKEN
A L S D E V E I L I G H E I D S I N R I C H T I N G
WEDEROM INGRIJPT EN CONTAC T
OPNEMEN MET EEN SPECIALISEERDE
TECHNICUS.
Haal de stekker uit het stopcontact en steek
hem er juist in.
De knop ontgrendelen door hem omhoog
te trekken.
Neem de aanwijzingen in acht van de
paragraaf "Normaal onderhoud".
Controleren of het aanzuigcircuit heel is.
paragraaf "Functionering - Voorbereidende
handelingen".
Controleren of het kraantje helemaal
geopend is en of het debiet van het
waterleidingnet of de pompdiepte
overeenstemmen met de gegevens van de
paragraaf "Eigenschappen en technische
gegevens".
Een aanzuigleiding zonder afknellingen
gebruiken.
(wordt vervolgd op de volgende pagina)
NL
61