Verstekhoeken
Voor platen van ten minste 76 mm (3") breed passen
pocketboorgaten die met de geleiders 'A' en 'C'
worden geboord beide geheel op het oppervlak van
de plaat. Positioneer in dit geval het verstek gezaagde
werkstuk op de mal, klem het vast en boor.
Voor platen van ten minste 60 mm (2
passen pocketboorgaten die met de geleiders 'B' en
'C' worden geboord beide geheel op het oppervlak
van de plaat. Positioneer in dit geval het verstek
gezaagde werkstuk op de mal, klem het vast en boor.
Verstekhoeken
Wilt u een pocketschroef dicht bij de verstekpunt
van een breed werkstuk positioneren of een tweede
pocketschroef op een smal werkstuk positioneren en
het gat nog steeds volledig op het oppervlak van het
onderdeel houden, boor het pocketboorgat dat het dichtst
bij de verstekpunt ligt dan met de boorgeleider in het
aansluitpunt. Verwijder de geleider van het aansluitpunt.
Bevestig een afstandsblok (U) op de boorgeleider
voor materiaal van 19 mm (¾") dik. Positioneer de
boorgeleider met het uiteinde van het afstandsblok 38
mm (1½") van de verstekpunt en kantel de boorgeleider
onder een hoek van 30 graden weg van de punt. Klem
de boorgeleider vast en boor het pocketboorgat.
U kunt ook een pocketboorgat aan elke kant
van de verstekverbinding boren in plaats van
beide gaten op dezelfde kant.
13 mm (½") dik materiaal
vastmaken
Gebruikt u de optionele Micro Pocket-boorgeleider
en het bijbehorende boorbit met materiaal van 13
mm (½") dik, bevestig de onderdelen dan aan elkaar
met Kreg SPS-F075-schroeven. De kleine kop van
deze 19 mm-pankopschroeven (¾") valt onder het
werkstukoppervlak, waardoor er een Micro-
pocketboorgatplug kan worden geplaatst.
All manuals and user guides at all-guides.com
Tips
⁄
") breed
3
8
10
30°
⁄
1
38 mm (1
")
2
(38mm)