Bij dragers van een pacemaker kan
de zelfmeting van de bloeddruk in
sommige gevallen een onjuiste uit-
komst geven, maar het meetappa-
raat heeft zelf geen enkele invloed
op de pacemaker. De meting van
de polsslag door het meetapparaat
kan niet worden gebruikt ter con-
trole van de frequentie van de
pacemaker. Als u een pacemaker
heeft moet u met uw arts bespre-
ken of zelfmeting van de bloeddruk
voor u geschikt is.
11. Controlesignalen en
symbolen
Knippert tijdens de meting
van de bloeddruk en de
polsslag
Vervang de batterijen
Meetfout, zie hoofdstuk 9
Verschijnt tijdens het
oppompen
Verschijnt tijdens de
automatische test
All manuals and user guides at all-guides.com
Weergave van de
M1
opgeslagen meetwaarden
van persoon 1
Weergave van de
M2
opgeslagen meetwaarden
van persoon 2
Bescherming tegen
elektrische schok (type BF)
Gebruiksaanwijzing in acht
nemen
Verwerking van
elektronische apparaten
PAUL HARTMANN AG
brengt dit product op de
markt
Verwerkingsadvies
94
12. Technische gegevens
Meetmethode:
oscillometrisch en volgens Korotkoff
Weergavebereik:
0 – 300 mmHg
Meetbereik:
Systolisch (SYS): 50 – 250 mmHg
Diastolisch (DIA): 40 – 180 mmHg
Polsslagen:
40 – 160 slagen/minuut
Technische nauwkeurigheid: Manchetdruk: +/– 3 mmHg,
Pols: +/– 5% van de aangegeven
polsfrequentie
Stroomvoorziening:
4 x 1,5 V alkali-mangaan mignon-batterij
(AA/LR06) of optioneel HARTMANN
Tensoval nettransformator
Capaciteit batterijen:
Tensoval duo control: > 1300 metingen
Tensoval duo control large: > 1000 metingen
Oppompdruk:
ca. 190 mmHg
Automatisch uitschakelen:
3 minuten na einde meting
Manchet:
Standaard-manchet 22 – 32 cm
Manchet large 32 – 42 cm
Aflaatventiel:
elektronisch geregeld lineair ventiel
Geheugencapaciteit:
2 x 30 metingen en gemiddelde waarde
Gebruiksomstandigheden:
Omgevingstemperatuur: +10 °C tot +40 °C
Relatieve luchtvochtigheid:
15 – 90 %
Bewaar-/transportomstandig-
heden:
Omgevingstemperatuur: –20 °C tot +50 °C
Serienummer:
In batterijvakje
Nederlands
95