Nederlands
6. Functie
Correct maaien
6.1
Voor een goed onderhouden gazon raden
wij aan het gazon zo mogelijk elke week een
keer te maaien. Het gazon wordt compacter
als het vaak gemaaid wordt.
Relatief lang gemaaid gras (> 1 cm) moet
worden verwijderd om te voorkomen dat het
gazon geel en viltig wordt.
Na relatief lange tussenpozen tussen het
maaien (b.v. het gazon na vakanties), tot
max.12 cm, eerst in één richting maaien
met de maaihoogte zo hoog mogelijk,
daarna in de dwarsrichting maaien op de
gewenste maaihoogte.
Maai indien mogelijk alleen droge gazons.
Natte gazons kunnen leiden tot
ongelijkmatig maaien.
Het gazonoppervlak dat u kunt maaien met
één opgeladen accu hangt af van de hoogte
en dikte van het gazon, d.w.z. hoe hoger en
dikker het gazon, hoe kleiner het
gazonoppervlak wordt dat u met één
volledig opgeladen accu kunt maaien.
Bij zeer dicht gras raden wij aan het gazon
te verticuteren. Dit kunt u bijvoorbeeld doen
met de gazonbeluchter.
7. Werking
RISICO OP LETSEL
Er bestaat risico op letsel als de
cilindermaaier niet automatisch uitschakelt!
Verwijder of omzeil de
veiligheidsvoorzieningen aan de
cilindermaaier daarom niet (b.v. door de
starthandgreep aan het bovenste deel van
de beugel vast te binden)!
De cilindermaaier starten
7.1
GEVAAR!
De messencilinder blijft na uitschakelen
doordraaien.
Til, kantel of draag de cilindermaaier nooit
met draaiende motor!
Start de maaier nooit op een verharde
ondergrond (b.v. asfalt).
Houd altijd de veiligheidsafstand tussen de
messencilinder en de gebruiker aan die door
de geleidehandgreep is ingesteld.
28
De cilindermaaier inschakelen
7.2
(Zie Afb. A, J, K, L, N, O).
Opmerking: De cilindermaaier wordt met de
veiligheidssleutel tegen onbedoeld
inschakelen beveiligd.
a. Zet de cilindermaaier op een vlak
gazon.
b. Open het accucompartimentdeksel (5).
c.
Plaats de accu er in.
d. Steek de veiligheidssleutel er in (12).
e.
Houd de veiligheidsvergrendeling
ingedrukt (2) en trek vervolgens aan de
startbeugel (3) op de bovenste
handgreep.
f.
Laat de veiligheidsvergrendeling los (2).
De cilindermaaier uitschakelen:
7.3
a. Laat de startbeugel los (3) op de
bovenste handgreep.
b. Trek de veiligheidssleutel er bij elke
werkonderbreking uit (12).
Opmerking: De cilinder-grasmaaier kan met
accu-aandrijving of als een handmatige
grasmaaier zonder accuvoeding worden
gebruikt.
Instellen van de maaihoogte
7.4
Gevaar! Het snijgereedschap kan
verwondingen veroorzaken!
Bij het instellen van de maaihoogte moet
de sleutel worden verwijderd en moeten
geschikte werkhandschoenen worden
gedragen.
De maaihoogte kan in vier standen tussen
13 mm en 38 mm worden ingesteld.
(Zie Afb. Q, R, P).
a. Trek de lengte-instelknop (8) naar
buiten toe en vervolgens met de klok
mee of tegen de klok in.
b. Steek de lengte-instelknop (8) in het gat
van de steunplaat, afhankelijk van de
gewenste maaihoogte.
c.
De maaihoogte wordt aangegeven op
de hoogte-instelling.
De lengte-instelknop (8) moet altijd aan
beide kanten op dezelfde hoogte worden
ingesteld.
De maaier mag alleen zo diep worden
afgesteld dat bij een oneffen ondergrond
het onderste mes de grond niet raakt.