NL
het niet opvolgen van deze aanwijzingen ver-
valt de garantie van de fabrikant.
De intervallen voor de genoemde onderhouds-
werkzaamheden vindt u in het onderhoudssche-
ma (Onderhoudsschema).
Gebruik altijd uitsluitend toegestane maaigereed-
schappen (Toegestane maaigereedschappen)!
8.1
Snijdraad vervangen (14)
1. Draaiknop (14/1) zodanig draaien dat de pij-
len (14/2, 14/3) op één lijn liggen.
2. Snijdraad zo ver in de opening (14/4) duwen
dat hij aan beide zijden van de draadkop
even lang is.
3. Snijdraad in de draadkop draaien: Draaiknop
(14/1) zo lang in de richting van de pijlen
(14/5) draaien dat de snijdraad aan beide zij-
den nog ca. 10 cm uit de draadkop steekt.
8.2
Luchtfilter reinigen/vervangen (15)
LET OP! Gevaar voor beschadiging van de
motor. Het gebruik van de motor zonder luchtfil-
ter leidt tot ernstige beschadiging van de motor!
■
Gebruik het apparaat nooit zonder luchtfilter.
■
Reinig het luchtfilter regelmatig.
■
Vervang een beschadigd luchtfilter.
1. Luchtfilter demonteren:
■
Draai de bevestigingsschroef (15/1) van
het luchtfilterhuis los, tot het deksel van
het luchtfilterhuis (15/2) los zit.
■
Neem het deksel van het luchtfilterhuis
weg.
■
Trek de filterspons (15/3) los van het
rooster (15/4).
2. Reinigen van de filterspons (15/3):
■
Knijp de filterspons uit en was deze met
water en zeep schoon. Gebruik hierbij
geen benzine of andere oplosmiddelen!
■
Laat de filterspons goed drogen, totdat
deze geen water meer bevat. Een voch-
tig filter kan ertoe leiden, dat de motor
moeilijk start.
3. Wis het filterhuis grondig schoon met een
poetsdoek.
4. Vervangen van de filterspons (15/3):
■
Vervang de filterspons wanneer deze niet
meer elastisch is, of uit elkaar valt.
5. Luchtfilter monteren:
■
Steek de filterspons (15/3) op het rooster
(15/4).
50
■
Plaats het deksel van het luchtfilterhuis
(15/2) en houd het op zijn plaats.
■
Draai de bevestigingsschroef van het
luchtfilter (15/1) vast, tot het deksel van
het luchtfilterhuis stevig is bevestigd.
8.3
Brandstoffilter controleren/vervangen
Het viltachtige brandstoffilter bevindt zich in de
brandstoftank en is op de zuigkop gestoken.
Wanneer het brandstoffilter verhard, vervuild of
verstopt is, stroomt minder benzine naar de mo-
tor. In dit geval moet het brandstoffilter worden
vervangen.
Wij raden aan deze klus door een erkende ser-
vicewerkplaats te laten uitvoeren.
8.4
Bougie onderhouden (16)
1. Bougie demonteren:
■
Trek de bougiedop (16/1) los.
■
Draai de bougie (16/3) met behulp van
een bougiesleutel (16/2) uit de motor.
2. Beoordelen van de bougie:
■
Wanneer de bougie roodbruin is: De mo-
tor werkt correct en de bougie is in orde.
Indien nodig: Borstel de bougie voorzich-
tig schoon met een staalborstel (16/4).
■
Wanneer de bougie is aangetast door
roet of olie, is aangekoekt of deels ge-
smolten, of overbrugd zijn: De bougie is
defect. Vervang de bougie door een nieu-
we exemplaar. Gebruik het voorgeschre-
ven type bougie (zie Technische gege-
vens).
■
Wanneer de bougie na kort gebruik weer
defect is, moeten de motor en de afstel-
ling van de carburateur worden gecontro-
leerd door een erkende servicewerk-
plaats.
3. Controleren van de elektrodenafstand:
■
Controleer met een voelermaat (16/5), of
de elektrodenafstand (16/6) 0,6 - 0,7 mm
bedraagt. Wanneer dit niet het geval is,
kunt u de elektroden voorzichtig naar el-
kaar toe tikken of uit elkaar buigen.
4. Wanneer de voorgeschreven vervangingsin-
terval is bereikt of de bougie defect is:
■
Vervang de bougie door een nieuwe ex-
emplaar. Gebruik het voorgeschreven ty-
pe bougie (zie Technische gegevens).
5. Bougie monteren:
■
Let erop, dat de afdichtring (16/7) om de
bougie ligt.
Onderhoud en verzorging
443443_a