buitensensor of verwijder kortstondig de
batterijen uit het temperatuurstation / de
buitensensor als het display storingen
weergeeft.
Hindernissen zoals bijv. betonnen muren kun-
nen er ook toe leiden dat de ontvangst merk-
baar wordt verstoord. Wijzig in dit geval de
locatie (bijv. in de buurt van een raam). Houd
er rekening mee dat de buitensensor altijd
binnen een straal van max. 30 meter (vrije
ruimte) van het temperatuurstation kan wor-
den geplaatst. De aangegeven reikwijdte is
de reikwijdte voor een vrije ruimte en wil zeg-
gen dat er geen hindernis tussen de buiten-
sensor en het temperatuurstation mag staan.
‚Zichtcontact' tussen de buitensensor en het
temperatuurstation verbetert vaak de overdracht.
Kou (buitentemperaturen onder 0 °C) kan het
batterijvermogen van de buitensensor en
daarmee de draadloze overdracht eveneens
negatief beïnvloeden.
Een andere factor die tot storingen in de ont-
vangst kan leiden, zijn lege of te zwakke bat-
terijen van de buitensensor. Vervang deze
door nieuwe batterijen.
Eerst moeten het temperatuurstation en de
buitensensor in gebruik worden genomen.
-> Alleen als er problemen optreden, moet de
buitensensor opnieuw worden gestart, door
Z
op de Z
/ REGISTER-toets
te drukken of
21
NL/BE
93