6. PROBLEEMOPLOSSING EN TRANSPORT
6.1. Probleemoplossing
Als u na deze basisprobleemoplossing nog problemen met uw apparaat ondervindt,
neem dan contact op met een erkend servicebedrijf of een erkende monteur.
Probleem
Het scherm van de besturing
van de kookplaat is zwart.
De kookplaat of kookzones
kunnen niet aangezet worden.
De kookplaat schakelt tijdens
gebruik uit en op elke display
knippert 'F'.
De kookplaat schakelt tijdens
gebruik uit.
De knoppen van de kookplaat
werken niet en het lampje van
het kinderslot brandt.
De pannen maken lawaai
tijdens het koken of de
kookplaat maakt een klikgeluid
tijdens het koken.
Het symbool 'U' licht op in
de display van een van de
kookzones.
Vermogensniveau 9 of
'P' wordt automatisch
verlaagd als u tegelijkertijd
vermogensniveau 'P' of 9
kiest bij twee kookzones aan
dezelfde kant.
De oven gaat niet aan.
Geen warmte of de oven
warmt niet op.
Ongelijkmatige bereiding in
de oven.
Ovenverlichting (indien
aanwezig) werkt niet.
De ovenventilator (indien
aanwezig) maakt lawaai.
Mogelijke oorzaak
Er is geen stroomvoorziening.
De knoppen zijn vochtig of er rust
iets op de knoppen.
Een van de kookzones heeft te lang
aan gestaan.
Het kinderslot staat op.
Dit is normaal bij kookgerei voor
een inductiekookplaat. Dit wordt
veroorzaakt door de overdracht van
energie van de kookplaat naar het
kookgerei.
Er staat geen pan op de kookzone,
of de pan is niet geschikt.
Maximaal vermogensniveau voor de
twee zones bereikt.
De stroom is uitgeschakeld.
Oventemperatuur is niet correct
ingesteld.
Ovendeur is open blijven staan.
Ovenplaten zijn niet juist geplaatst.
Lampje is kapot.
Stroom is afgesloten of
uitgeschakeld.
Ovenplaten trillen.
NL - 24
Oplossing
Controleer de zekering voor het
apparaat.
Controleer of er sprake is van een
stroomonderbreking door andere
elektronische apparatuur te proberen.
Droog de knoppen of verwijder het
object.
U kunt de kookzone opnieuw gebruiken
door deze weer aan te zetten.
Schakel het kinderslot uit.
Deze actie is normaal. Er is geen risico,
niet voor uw kookplaat en niet voor uw
kookgerei.
Gebruik een geschikte pan.
Door beide zones op vermogensniveau
'P' of 9 te gebruiken, wordt het
toegestaan maximaal vermogensniveau
voor de twee zones overschreden.
Controleer de stroomtoevoer. Controleer
of andere keukenapparatuur werkt.
Controleer of de regelknop voor de
oventemperatuur juist is ingesteld.
Controleer of de aanbevolen
temperaturen en plaatstanden worden
gebruikt.
Open de deur niet te vaak, tenzij u
gerechten bereidt die omgedraaid dienen
te worden. Als u de deur regelmatig
opent, zal de binnentemperatuur
afnemen. Dit kan het kookresultaat
beïnvloeden.
Vervang de lamp volgens de instructies.
Zorg ervoor dat de stroom op het
stopcontact is ingeschakeld.
Controleer of de oven waterpas staat.
Controleer of de platen en het kookgerei
niet tegen de achterwand van de oven
trillen.