3 INHALATIE
3.1 Montage van de vernevelaar
Controleer vóór elk gebruik ...
VOORZICHTIG
Controleer vóór elk gebruik alle onderdelen van de vernevelaar
en het toebehoren. Vervang gebroken, vervormde of sterk ver-
kleurde onderdelen. Neem bovendien de volgende aanwijzingen
voor montage in acht. Beschadigde onderdelen en een verkeerd
gemonteerde vernevelaar kunnen afbreuk doen aan de wer-
king van de vernevelaar en daarmee aan de therapie:
• Steek het sproeieropzetstuk (1b) met
een lichte druk tot de aanslag op de
sproeier in het onderste deel (1c) van
de vernevelaar. De pijl op het sproeier-
opzetstuk moet daarbij naar boven wij-
zen.
• Plaats het bovenste deel van de
vernevelaar (1a) op het onderste deel
en sluit de vernevelaar door het boven-
ste deel naar rechts op het onderste
deel te draaien.
• Bevestig de persluchtslang (2) aan de
vernevelaar.
• Plaats het neusaanzetstuk (4) op het
hoekstuk en vervolgens beide op de
vernevelaar.
- 105 -
nl