I
GEBRUIKSAANWIJZING
BELANGRIJKE MEDEDELINGEN
BELANGRIJK - LEES ZORGVUL-
DIG EN BEWAAR VOOR LATERE
RAADPLEGING.
WAARSCHUWING:
VOOR HET GEBRUIK EVENTUELE
PLASTIC ZAKKEN EN ALLE ANDERE
VERPAKKINGSONDERDELEN EN GOOI
ZE WEG OF HOUD ZE IN IEDER GEVAL
BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
WAARSCHUWINGEN
• WAARSCHUWING:
voor de montage dat het artikel en
zijn onderdelen niet beschadigd
zijn tijdens het transport. In dit
geval mag het artikel niet worden
gebruikt en dient het buiten het
bereik van kinderen te worden ge
houden.
• WAARSCHUWING: Nooit het kind
zonder toezicht laten.
• WAARSCHUWING: Zorg ervoor
dat alle vergrendelingsmechanis
mes vast zitten voor dat je het pro
duct gebruikt.
• WAARSCHUWING: Zorg ervoor
dat het kind uit de buurt is tijdens
het inen uitklappen van het pro
duct om letsel te voorkomen.
• WAARSCHUWING: Laat het kind
niet met dit product spelen.
• WAARSCHUWING: Altijd het vei
ligheidstuigje gebruiken.
• WAARSCHUWING: Dit product is
niet geschikt om mee hard te lo
pen of te skeeleren.
• Het voertuig is geschikt tot 22 kg of
4 jaar, wat het eerst komt.
• Voor kinderen vanaf de geboor
te tot de leeftijd van ongeveer 6
maanden moet de rugleuning op
de volledig neergelaten stand wor
den gebruikt.
• Het product moet altijd op de rem
staan als u het kind erin zet of eruit
haalt.
VERWIJDER
• Overbelast de mand niet. Maxi
mumgewicht 3 kg.
• Ieder gewicht dat aan de hand
grepen en/of de rugleuning en/
of de zijkanten van de wandelwa
gen hangt, kan de stabiliteit van
de wandelwagen in het gedrang
brengen.
Controleer
• Vervoer niet meer dan één kind te
gelijkertijd.
• Breng geen accessoires, reserveon
derdelen of onderdelen op de wan
delwagen aan, die niet door de fabri
kant geleverd of goedgekeurd zijn.
• Het gebruik van tussenbeenstuk
ken en veiligheidsgordels is nodig
om de veiligheid van het kind te
garanderen. Gebruik de veilig
heidsgordels altijd samen met het
tussenbeenstuk.
• Verzeker u er bij de regelhandelin
gen van dat de bewegende delen
van de wandelwagen niet in aan
raking komen met het lichaam van
het kind.
• Laat de wandelwagen nooit met
het kind erin op een helling staan,
ook al zijn de remmen geactiveerd.
• Gebruik de wandelwagen niet op
trappen of roltrappen: u zou de
controle erover onverwachts kun
nen verliezen.
• Als de wandelwagen niet wordt
gebruikt, dient hij buiten het bereik
31