B
B
Utilisation de l'appareil
Het toestel gebruiken
• Waterhardheid in uw streek (vraag dit na bij uw watermaatschappij). Bij zacht water heeft
u minder wasmiddel nodig dan bij hard water.
OPMERKING
Te veel wasmiddel kan leiden tot overdreven schuimvorming
en dus minder efficiënt wassen. Indien de machine te veel
schuim detecteert, kan dat het centrifugeren verhinderen.
Niet genoeg wasmiddel kan op termijn leiden tot grijze was
en leidt ook tot verkalking in het opwarmingssysteem, de
trommel en de slangen.
Waar plaatst u het wasmiddel en de hulpmiddelen
De wasmiddellade heeft drie vakjes (figuur A )
Wasmiddelvakje
•
Wasmiddel
•
Vlekkenverwijderaar
•
Waterverzachter (waterhardheid klasse 4)
Wasverzachtervakje
•
wasverzachter; voor hulpmiddelen enkel vullen tot de
aanduiding MAX.
Waspoedervakje
Wanneer de autodoseringsfunctie uitgeschakeld is, plaatst u
het wasmiddel in dit vakje.
100
100
A
NL
NL
B
B
Utilisation de l'appareil
Het toestel gebruiken
OPMERKING
• Bewaar wasproducten en hulpmiddelen in een veilige,
droge plaats buiten bereik van kinderen.
• Gebruik de speciale wasbol of waszak van het wasmiddel
en plaats hem direct in de trommel om te vermijden
dat buitengewoon geconcentreerd poeder of vloeibaar
wasmiddel zich niet voldoende verspreidt.
• Indien u ontkalkingsproducten, verf of bleekwater gebruikt,
dient u na te gaan of ze geschikt zijn voor wasmachines.
Ontkalkingsproducten kunnen producten bevatten die delen
van uw wasmachine zouden kunnen beschadigen.
• Gebruik geen oplosmiddelen in de wasmachine (zoals
terpentijn, benzine).
101
101
NL
NL