De rijstkoker mag niet op, over of naast een
gasbrander of andere kookplaten worden
geplaatst.
Wanneer de rijstkoker wordt gebruikt, moet
er minstens 10 cm tussenruimte aan alle
kanten aanwezig zijn, zodat de lucht kan
circuleren.
Plaats geen voorwerpen op de rijstkoker
en bedek deze en de ventilatieopeningen
niet wanneer de rijstkoker wordt gebruikt,
aangezien dit brand kan veroorzaken.
De rijstkoker mag uitsluitend met de
meegeleverde pan en stoommand worden
gebruikt. De rijstkoker mag niet worden
gebruikt als de pan niet is geplaatst.
De pan, stoommand en deksel mogen
niet gebruikt worden bij andere pannen of
kookgerei.
Het voedsel moet in de pan of stoommand
worden geplaatst en deze moet zich
gedurende het kookproces in de rijstkoker
bevinden.
De pan, de stoommand en het voedsel
worden zeer warm tijdens het gebruik!
Er komt stoom uit de rijstkoker, met name uit
het stoomgat in de deksel en bij verwijderen
van de deksel.
Gebruik altijd een pannenlap of ovenwanten
wanneer u voedsel uit de pan of stoommand
haalt.
Raak de interne onderdelen van de rijstkoker
niet aan wanneer ze warm zijn!
Plaats geen bakolie, boter of ander bakvet in
de pan of stoommand.
Laat het snoer niet over de rand van een tafel
of iets dergelijks hangen en laat deze ook
niet in contact komen met hete voorwerpen.
Het snoer en de stekker mogen niet worden
blootgesteld aan water, vloeistoff en of
spetters, aangezien dit een elektrische schok
kan veroorzaken. Dompel de rijstkoker niet
onder in water of andere vloeistoff en. Raak
de rijstkoker niet aan met vochtige of natte
handen.
Gebruik de rijstkoker niet als het snoer, de
stekker of andere onderdelen beschadigd
zijn.
De rijstkoker is alleen bedoeld voor
huishoudelijk gebruik.
Gebruik kookgerei van hout of zacht
kunststof. Gebruik geen metalen kookgerei
aangezien dit de antiaanbaklaag van de pan
kan beschadigen.
Laat geen kookgerei achter in de pan
of stoommand tijdens het koken of
warmhouden.
Vóór gebruik
Was de pan, stoommand, deksel, kunststof
lepel en maatbeker af in warm zeepwater.
Goed afdrogen.
NL
53