10. Raak het bit en onderdelen in de buurt van het
bit niet onmiddellijk na gebruik aan. Zij kunnen
bijzonder heet zijn en brandwonden op uw huid
veroorzaken.
11. Laat het gereedschap niet onnodig onbelast
draaien.
12. Bepaalde materialen kunnen giftige chemicaliën
bevatten.
Vermijd
en zorg dat u geen stof inademt. Volg de
veiligheidsvoorschriften van de fabrikant van het
materiaal.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
Laat
u
NIET
misleiden
gevoel
van
comfort
gereedschap
(na
neem
alle
veiligheidsvoorschriften
betreffende
gereedschap
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing
kan leiden tot ernstig letsel.
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en
de stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens
de functies op het gereedschap te controleren of af te
stellen.
Werking van de schakelaar (Fig. 1)
LET OP:
• Controleer voordat u de stekker in het stopcontact
steekt, altijd even of de trekkerschakelaar goed werkt
en bij loslaten naar de "UIT"-stand terugkeert.
• De schakelaar kan in de "AAN"-stand vergrendeld
worden, hetgeen bij langdurig gebruik comfortabeler
werkt. Wees extra voorzichtig wanneer u de schakelaar
in de "AAN"-stand vergrendelt en houd het gereedschap
altijd stevig vast.
Om het gereedschap te starten, drukt u enkel de
trekkerschakelaar in. Laat de trekkerschakelaar los om
te stoppen.
Voor continu gebruik houdt u de trekkerschakelaar
ingedrukt en drukt u daarbij de vergrendelknop in. Om
het gereedschap te stoppen vanuit de vergrendelde
stand, drukt u de trekkerschakelaar helemaal in en laat
u die vervolgens los.
INEENZETTEN
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens enig
werk aan het gereedschap uit te voeren.
Zijhandgreep (hulphandgreep) installeren (Fig. 2)
De zijhandgreep kan naar beide kanten worden
gedraaid, om de bediening van het gereedschap in alle
standen te vergemakkelijken. Zet de zijhandgreep los
door die linksom te draaien, zwenk de handgreep naar
de gewenste stand en draai hem in die stand rechtsom
vast.
16
contact
met
uw
door
een
en
bekendheid
met
veelvuldig
gebruik)
van
altijd
strikt
in
Beitelvet (optioneel accessoire) (Fig. 3)
Smeer van tevoren een beetje beitelvet (ongeveer 0,5
tot 1 gram) op de kop van de beitelschacht. Met een
aldus ingevette beitelhouderkop zal het gereedschap
beter werken en langer meegaan.
Aanbrengen en verwijderen van de beitel (Fig. 4
en 5)
huid
Trek de verstelring helemaal omlaag en steek de
beitel zo ver mogelijk in de werktuighouder. Laat de
verstelring los zodat die automatisch terugkeert naar
de oorspronkelijke stand, om zo de beitel vast te zetten.
Na het insteken controleert u altijd nog even of de beitel
stevig vast zit, door er aan te trekken. Om de beitel te
verwijderen, trekt u de verstelring helemaal omlaag en
vals
trekt u de beitel er uit.
het
en
het
BEDIENING
acht.
LET OP:
• Zorg dat uw werkmateriaal stevig is vastgezet en niet
wankel is. Rondvliegende stukken kunnen lichamelijk
letsel veroorzaken.
• Trek het gereedschap niet met kracht uit het werkstuk,
ook al is de beitel klem geraakt. Als u de controle
verliest, kan dat leiden tot verwondingen.
• Gebruik altijd de zijhandgreep (hulphandgreep) en
houd het gereedschap tijdens het gebruik stevig vast bij
zowel de zijhandgreep als de hoofdhandgreep. (Fig. 6)
Afbikken/Beitelen/Slopen
Houd het gereedschap stevig met beide handen vast.
Schakel het gereedschap in en oefen er ietwat kracht op
uit zodat het gereedschap niet oncontroleerbaar in het
rond springt. Het gereedschap werkt niet efficiënter als u
grote druk op het gereedschap uitoefent.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens te
beginnen met inspectie of onderhoud.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor kunnen verkleuring, vervormingen
en barsten worden veroorzaakt.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van
het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
inspectie en vervanging van de koolborstels, en alle
andere onderhoudswerkzaamheden of afstellingen te
worden uitgevoerd bij een erkend Makita-servicecentrum
of Makita-fabrieksservicecentrum, en altijd met gebruik
van Makita-vervangingsonderdelen.
Geluidsniveau
De typisch, A-gewogen geluidsniveaus vastgesteld
volgens EN62841-2-6:
Geluidsdrukniveau (L
Geluidsvermogenniveau (L
Onnauwkeurigheid (K): 1,59 dB (A)
ENG905-1
): 86 dB (A)
pA
): 100 dB (A)
WA