snelkoppelingen van de koelingsgroep (alleen voor de versie met
(alleen voor de versie met waterkoeling R.A.)
- Controleer voordat u elektrische aansluitingen uitvoert of de
koelingseenheid.
- De koelingseenheid mag uitsluitend worden aangesloten op een
voedingssysteem waarvan de nulgeleider is aangesloten op de
aarde.
aarde-aansluiting moet worden aangesloten op de aardgeleider
(geel-groen) van de voedingslijn.
De stekker en het contact moeten een nominale spanning en
stroom hebben die overeenkomt met de technische gegevens.
BEHEER VAN DE DRAADAANVOER (AFB. D)
Voor een algemeen gebruik van de draadtoevoer moet de 14-polige
stuurkabel worden aangesloten op de volgende manier:
elektromagnetische klep.
- De 0Vac moeten beide worden aangesloten op pin 1.
keert er van de draadtrekker 24Vac terug tussen pin 4 en 2.
kortgesloten.
dat de draadtoevoer is aangesloten.
Aanbevelingen
- Draai de connectoren van de laskabels helemaal in de
het werkstuk als vervanging van de retourkabel van de lasstroom;
opleveren.
DE DRAADSPOEL LADEN (FIG. E)
MET HET LADEN VAN DE DRAAD OF HET LASAPPARAAT
IS
UITGESCHAKELD
VOEDINGSNET.
- Open het luik van de haspelruimte.
- Plaats de draadrol op de haspel; controleer of het trekpennetje van
rol(len) (2a).
draad (2b).
EN
LOSGEKOPPELD
(1a).
ervan recht en glad af; draai de spoel linksom en steek het begin
- Plaats de contrarol(len) terug en stel de druk ervan af op een
gemiddelde waarde; controleer of de draad goed in de gleuf van
de onderste rol (3) is geplaatst.
- Rem de haspel iets af met de stelschroef die op het midden van de
- Verwijder het mondstuk en het contactbuisje (4a).
begin van de draad door het hele draadgeleideromhulsel is
de toets los.
draad onder elektrische spanning en wordt er mechanische
voorzorgsmaatregelen neemt, gevaar voor elektrische schok en
- Richt de opening van de toorts niet op lichaamsdelen.
- Controleer of de draad regelmatig wordt doorgevoerd; ijk de druk
van de rollen en de remming van de haspel op de kleinst mogelijke
waarden en controleer of de draad niet in de gleuf slipt en of de
stop van de lasmof de spiralen van de draad niet uitrekt door een
te grote traagheid van de spoel.
10-15 mm.
- Open en regel de beschermgasstroom met de drukverlager.
LASSEN
Wanneer het apparaat is ingesteld met de eerder aangegeven
werkstuk te houden en op de toorts-toets te drukken.
daarentegen hard op het werkstuk drukt en er projectie van materiaal
Bedenk verder dat ieder type draad betere resultaten geeft bij
een bepaalde doorvoersnelheid. Daarom verdient het bij moeilijke
verschillende diameters uit te proberen om de beste te kunnen
De indicatieve waarden van de stroom met de meest gebruikte
VAN
HET
ALUMINIUM LASSEN
dan ook altijd de voorkeur een meer gelegeerde draad te gebruiken
Ø van de draad kleiner is.
Dit probleem kan met de volgende aanpassingen worden verholpen:
toorts los.
- 30 -
(1b).
(2c).
(4b).