nodig vast. De trillingen die worden veroorzaakt door de werking van het toestel, zijn
NL
de oorzaak van deze aanpassingsbehoeften.
• Bandenslijtage. De bandenspanning als het toestel is uitgerust met opblaasbare
wielen en indien nodig oppompen met een fietspomp of gelijkwaardig.
• Remmen, trommelvoeringen, remblokken, voetrem afhankelijk van de uitrusting van
het toestel. Als het toestel is uitgerust met mechanische remmen (schijf, trommel,
voet ...), zorg er dan voor dat ze niet in wrijving staan door een spanning van kabels of
een ander probleem, omdat dit een vertraging zou veroorzaken waardoor het toestel
niet normaal kan rijden. Bovendien kan het verhitten van de remmen hun efficiëntie
beïnvloeden.
• De goede werking van de elektronische rem als het toestel daarmee is uitgerust.
Als u na de verschillende aandraaibewerkingen vaststelt dat er speling is die het
veilig rijden zou kunnen beïnvloeden, als er een ongebruikelijk geluid optreedt of
als het toestel niet meer zo vlot rijdt, stop dan met het gebruik van het toestel en
neem contact op met uw dealer voor meer informatie of voor een interventie. Als het
product, een onderdeel of de accu versleten is, neem dan contact op met een erkend
servicecentrum voor reparatie of recycling van uw product.
PERIODIEK ONDERHOUD EN VERIFICATIE:
LADER
Zorg ervoor dat het snoer van de lader niet beschadigd is of dat de draden zichtbaar
zijn om kortsluiting te voorkomen. De in- en uitgangstekkers mogen niet beschadigd
of vervormd zijn.
Bij gebruik is het belangrijk de instructies op het etiket van de batterijlader te volgen.
LET OP: Gebruik alleen de meegeleverde lader van het product.
REMMEN
Controleer voor elk gebruik of de remmen perfect werken. Controleer de remmen
regelmatig om ongelukken als gevolg van slecht werkende remmen te voorkomen.
De remhendel (afhankelijk van het model) mag niet in contact komen met het stuur
en de kabels mogen niet geplooid zijn, zodat de kabels minimale wrijving hebben.
Beschadigde, gerafelde of verroeste kabels moeten onmiddellijk worden vervangen.
LET OP: Het oppervlak van de remmen kan tijdens en na gebruik extreem heet of
verschroeiend worden. U kunt brandwonden oplopen als u in contact komt met deze
hete oppervlakken.
WAARSCHUWING: Bij regenachtig of vochtig weer wordt de remweg langer.
KABELS
Controleer of de kabelpoorten niet los zitten of stuk zijn.
SCHROEVEN
Controleer de schroeven in de hoofdonderdelen en zorg ervoor dat ze regelmatig
118