te tot ongeveer 6 maanden kan het nodig zijn om de gordels te
verkorten om ze aan te passen aan de lichaamsbouw van het kind.
WAARSCHUWING: VOOR GEBRUIK VANAF DE GEBOORTE TOT 6
MAANDEN MOET DE RUGLEUNING IN DE LAAGSTE STAND WORDEN
GEZET (Fig. 13).
Controleer of de schouderbanden de ideale hoogte voor uw kind
hebben. Als dat niet het geval is, stelt u de hoogte ervan af (Fig. 13A)
en doet u hetzelfde voor de buikgordel. Zet het kind in de wandel-
wagen, doe hem de veiligheidsgordels om en steek eerst de twee
gesptongen (A) door de gesp van de schouderbanden (B) en dan in
de gesp van het tussenbeenstuk (C) (Fig. 13B). Om de buikgordel los
te maken, drukt u op de knop in het midden van de gesp en trekt u
de twee uiteinden naar buiten (Fig. 13C).
WAARSCHUWING: Om de veiligheid van het kind te garanderen
moeten de tussenbeenstukken, de buikgordel en de veiligheidsgor-
dels tegelijkertijd worden gebruikt.
DE BEKLEDING VAN ZITJE 1 NEMEN/DE BEKLEDING OP ZITJE
1 AANBRENGEN
Het verwijderen/aanbrengen van de bekleding gaat het gemakke-
lijkst als de rugleuning in de hoogste stand staat.
14. Verwijder de Comfort-Kit bestaande uit gewatteerde schouder-
banden en tussenbeenstuk (Fig.14). Maak de knopen aan beide
zijden van de rugleuningbekleding los (Fig. 14A). Trek de schou-
derbanden door de sleuven in de rugleuningbekleding (Fig. 14B),
maak het klittenband achteraan los (Fig. 14C) en trek de flap ach-
teraan los (Fig. 14D). Let er daarbij op dat u de verstelband voor de
hoogte van de rugleuning goed uit de bekleding haalt.
15. Verwijder het kussen (Fig. 15) en haal de flap aan de achterkant
van de rugleuning los met behulp van de twee knoppen (Fig.
15A). Trek de bediening voor het verstellen van de rugleuning
op de juiste manier uit (Fig. 15B). Haal de middenbekleding los
van de steun door de klittenbandsluitingen aan beide zijden los
te maken (Fig. 15C) en trek de bekleding naar beneden door
deze onder het frame van de verstelbare rugleuning te schuiven
(Fig. 15D).
16. Maak de twee drukknoppen van het zitje los van de zijscharnie-
ren (Fig. 16); Haal de buikgordel uit de lussen (Fig. 16A) en maak
de twee knopen los van de kunststof houder aan de achterkant
(Fig. 16B). Maak aan de onderzijde van het zitje de flap met het
klittenband rond de buis los (Fig. 16C) en open de aangegeven
band (Fig. 16D). Verwijder tenslotte de bekleding aan beide zij-
den van de steunen van de bumper bar (Fig. 16E).
Voer de hiervoor beschreven handelingen uit in omgekeerde volg-
orde om de bekleding weer aan te brengen.
KIT COMFORT
De Comfort-Kit bestaat uit 2 gewatteerde schouderriemen en een
gewatteerd tussenbeenstuk en kan voor beide zitjes worden ge-
bruikt..
17. Voeg de schouderriemen in de beschermstukken en voeg de
gesp in het gewatteerde tussenbeenstuk (afb. 17-17A).
ZITJE 2 (6m+/48m)
ZITJE 2 MONTEREN
Het zitje kan alleen naar de straat gericht worden gemonteerd.
18. Open het zitje en bevestig het zitje aan de zijscharnieren van de
wandelwagen (Fig. 18) totdat u het vast hoort klikken. Bevestig
de rugleuning aan het frame met behulp van de twee kunststof
steunen aan weerszijden. Plaats de kunststof steunen van de
rugleuning op de uiteinden van de twee buizen (Fig. 18A). Zorg
er daarbij voor dat het driehoekige uitsteeksel van het kunststof
onderdeel correct is geplaatst, met de bijbehorende houder van
de vergrendeling onder de handgreep (Fig. 18B-18C). Voltooi de
koppeling door de sluithendel op het onderdeel zelf te draaien
totdat u hem vast hoort klikken (18D).
WAARSCHUWING: Controleer de bevestiging door de bekleding
naar beneden te trekken. Als het kunststof onderdeel beweegt,
herhaal dan de hierboven beschreven stappen voor een correcte
koppeling.
19. Zitje 2 is voorzien van een speciale kap. Om de kap te bevesti-
gen, steekt u de kunststof onderdelen aan beide uiteinden in
de kunststof haken op de buizen van de wandelwagen (Fig.
19-19A). Voltooi de bevestiging met de twee drukknoppen aan
de achterkant van de rugleuning (19B). Door de ritssluiting te
openen, kan de kap worden verlengd (Fig. 19C). De kap schuift
en kan in twee standen worden gezet door hem omlaag of
omhoog te trekken. Om de kap van de wandelwagen te halen,
maakt u de twee knoppen los waarmee de kap aan de rugleu-
ning is bevestigd. Neem de kap van de haken aan de zijbuizen
door de pen op het kunststof onderdeel in te drukken (Fig. 19D)
en het tegelijkertijd omhoog te trekken.
Voltooi de montage van het zitje door de bumper bar en de com-
fort-kit te installeren.
Om het tweede zitje los te halen, herhaalt u de handelingen in om-
gekeerde richting.
20. De bekleding van het tweede zitje kan worden verwijderd. Ver-
wijder het zitje van het frame en haak de bumper bar los (Fig.
20). Verwijder het zitje van de kunststof basis door de banden
door de twee sleuven te halen (Fig. 20A) en trek de bekleding uit
de koppelingen van de bumper bar (Fig. 20B). Voltooi de hande-
ling door het klittenband aan de achterkant van het zitje los te
maken en het zitje van de basis te trekken (Fig. 20C).
SLUITEN/OPENEN VAN DE WANDELWAGEN MET ZITJE 2
21. De kap is in twee standen in hoogte verstelbaar. Om de wan-
delwagen te sluiten, duwt u de kap omlaag in de laagste stand.
Druk op de knop aan de rechterkant van het zitje en klap de zit-
ting tegelijkertijd in de richting van de rugleuning (Fig. 21-21A).
Druk een van de twee zijden van knop "A" op de handgreep in en
druk tegelijkertijd op knop "B" (Fig. 21B); Duw de handgreep naar
voren (Fig. 21C). De wandelwagen sluit vanzelf. De wandelwa-
gen wordt automatisch vergrendeld in de gesloten stand (Fig.
21D). Om de wandelwagen weer te openen, zoals beschreven
in stap 12, ontgrendelt u de sluiting aan de zijkant van de wan-
delwagen en schuift u de voorpoten uit terwijl u de handgreep
omhoog trekt totdat de wandelwagen helemaal open is. Open
het zitje door deze naar beneden te duwen (Fig. 21E)
AFSTELLING RUGLEUNING ZITJE 2
22. De rugleuning kan in 2 standen worden gezet door de ritsslui-
ting aan beide zijden te openen/sluiten (Fig. 22).
HANDGREEP
23. De handgreep kan in twee standen worden gezet. Om de ge-
wenste stand te kiezen, drukt u een van de twee zijden van knop
'A' in en drukt u tegelijkertijd op knop 'B' (Fig. 23).
BEENSTEUN
24. De beensteun kan voor beide zitjes worden gebruikt en is af-
neembaar. Monteer de beensteun door de kunststof koppe-
lingen in de daarvoor bestemde openingen onder het zitje te
steken (Fig. 24-24A). Om de beensteun te verwijderen, drukt u
op de twee kunststof knoppen en verwijdert u de beensteun
(Fig. 24B).
De beensteun kan in meerdere standen worden afgesteld: zet de
beensteun omlaag door op de twee knoppen aan de zijkant (Fig.
24C) te drukken en omlaag te duwen. Om de beensteun omhoog
te zetten, trekt u hem omhoog.
REM
25. De parkeerrem werkt tegelijkertijd op beide achterwielen van
de wandelwagen. Druk de hendel omlaag om het remsysteem
in te schakelen (afb. 25). Zet de hendel omhoog om de rem uit
te schakelen.
WAARSCHUWING: Gebruik altijd de rem als u stopt. Laat de wan-
delwagen nooit met het kind erin op een helling staan, ook al zijn
de remmen geactiveerd.
WAARSCHUWING: Na de wandelwagen op de rem te hebben
gezet, verzekert u zich ervan dat de remmen goed op beide achter-
wielgroepen geplaatst zijn.
44