Descargar Imprimir esta página

Exo Terra PT2444 Manual De Instrucciones página 29

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 17
De algemene richtlijn voor relatieve vochtigheid bij het incuberen
van zacht-schalige eieren is 80-90%, terwijl 70-80% de vuistregel
is voor hard-schalige eieren. Houd er steeds rekening mee dat de
relatieve vochtigheid in de eiercontainer vrijwel zeker hoger zal zijn
dan de relatieve vochtigheid gemeten in de Incubator. Het is niet
nodig om de relatieve luchtvochtigheid van de incubator in te stellen
op 90% als u uw reptieleneieren in een gesloten en geperforeerde
eiercontainer incubeert. Een luchtvochtigheidsinstelling van 70-75%
is voldoende om de relatieve luchtvochtigheid in de eiercontainers
te stabiliseren en zal de levensduur van de USB-luchtbevochtiger
verlengen. Om de relatieve luchtvochtigheid in de incubatiedoosjes te
verifiëren, gebruikt u een digitale hygrometer zoals bvb. de Exo Terra
Hygrometer (PT2477) of de Exo Terra Digital Combometer (PT2470)
om zowel de temperatuur als de luchtvochtigheid te controleren.
BELANGRIJK: De verpakking bevat 1 USB-luchtbevochtiger. Het
membraan in de USB-bevochtiger heeft een beperkte levensduur
en moet na ongeveer 800 werkuren of wanneer nodig worden
vervangen. In gebieden waar de waterhardheid een probleem is,
zal er zich meer minerale afzetting vormen op het membraan en
zal de levensduur van de USB-luchtbevochtiger verminderen. Het
gebruik van gedemineraliseerd (omgekeerde osmose) water of
gezuiverd water verlengt de levensduur van de USB-luchtbevochtiger.
Het gebruik van de USB-luchtbevochtiger bij een lagere relatieve
luchtvochtigheid verlengt tevens de levensduur.
De Exo Terra USB-luchtbevochtiger is verkrijgbaar bij uw
plaatselijke Exo Terra® dierenspeciaalzaak: 1 x Vervangings-USB-
luchtbevochtiger (PT2446)
56
Maak uw keuze tussen Pulse Proportionele, DIMMING of AAN/
UIT modus:
De standaard, en meest nauwkeurige, instelling van de Exo Terra
Incubator PRO is de pulse proportionele modus, maar zowel de
pulse proportionele modus als de dimming modus bieden een zeer
nauwkeurige temperatuurregeling en elimineren vrijwel iedere
temperatuurschommeling. Als u grotere temperatuurschommelingen
prefereert voor het incuberen van de eieren van specifieke soorten,
zet dan de Incubator in de AAN / UIT-modus.
1. houd de SET-knop ingedrukt tot de indicatielamp van de
verwarmingsmodus begint te knipperen en druk vervolgens op (+
of -) om de verwarmingsmodus te definiëren: PULSE, DIMMING
of ON/OFF;
2. druk op de SET-knop om de verwarmingsmodus op te slaan
en de LED-DISPLAY voor de LUCHTVOCHTIGHEID begint
te knipperen; druk op (+ of -) om de instelling van het
vochtigheidsniveau te verhogen of te verlagen;
3. druk op de SET knop om de ingestelde luchtvochtigheidsgraad op
te slaan en de °C/°F LED zal gaan knipperen: druk op (+ of -) om
de uitleesinstelling in °C of °F te selecteren;
4. druk op de SET-knop om de °C of °F uitleesinstelling op te slaan
en de temperatuur-LED DISPLAY zal beginnen knipperen; druk
op (+ of -) om de instelling naar de gewenste temperatuur te
verhogen of te verlagen;
5. Druk nogmaals op de knop SET om de temperatuurinstelling op
te slaan en alle instellingen zullen tweemaal knipperen om aan te
geven dat de instelling is voltooid.
FIJN AFSTELLEN:
1. Plaats een of meer geschikte incubatiedoosjes (grootte
afhankelijk van de soort, de eivorm en de hoeveelheid eieren)
met vochtig incubatiemedium naar keuze in de Incubator
(plaats in dit stadium nog geen eieren in de Incubator!). Lees de
opmerkingen over de voorbereiding van het incubatiemedium
en de incubatie van reptieleneieren hieronder.
2. Plaats een of meer analoge of digitale thermometers
(bijvoorbeeld PT2472 Digital Thermometer of PT2470 Digital
Combometer) op de exacte plek van de incubatiedoosjes (of bij
voorkeur in het incubatiedoosje) om de juiste temperatuur op de
incubatieplaats bij de eieren te controleren.
3. Sluit het deksel van de Incubator en laat het apparaat
ongeveer 24 uur werken, controleer dan de temperatuur in
de incubatiedoosjes. De temperatuur die wordt weergegeven
op het digitale LED-display kan verschillen van de werkelijke
incubatietemperatuur gemeten in de incubatiedoosjes. Indien
de temperatuur, gemeten in de incubatiedoosjes (bijvoorbeeld)
2°C onder de gewenste temperatuur ligt, gebruik dan de
knop + en verhoog de temperatuur die op het LED-display
wordt weergegeven met 2°C. Laat het apparaat weer een
paar uur werken en controleer nogmaals de temperatuur in
de incubatiedoosjes. Herhaal deze procedure tot de gewenste
temperatuur in de incubatiedoosjes stabiel is.
4. Plaats dan de reptieleneieren in de incubatiedoosjes (Lees de
opmerkingen over de voorbereiding van het incubatiemedium en
de incubatie van reptieleneieren hieronder).
5. Om de temperatuur- en luchtvochtigheidsinstelling op elk
gewenst moment te controleren: druk eenmaal op (-) en de
geselecteerde temperatuur, vochtigheid en verwarmingsmodus
zullen gedurende 10 seconden zichtbaar zijn – na 10 seconden
zal het display terug de gemeten temperatuur en vochtigheid
weer te geven.
BELANGRIJK:
De instelling en de temperatuur weergegeven in het display zijn een
richtwaarde en vertegenwoordigen niet 100% de daadwerkelijke
temperatuur in het apparaat, omdat de sensor niet direct in het
incubatiegebied is geplaatst. Het verschil tussen de werkelijke
temperatuur in het incubatiegebied en de meetwaarde op het
display is afhankelijk van de omgevingstemperatuur in de ruimte
waar het apparaat is geplaatst. Houd er ook rekening mee dat er
een temperatuurvariatie is tussen de boven- en onderkant van de
Incubator, waarbij de digitale uitlezing de bovenste temperatuur
weergeeft. Controleer de temperatuur gedurende een periode van
24 uur met een afzonderlijke thermometer (optioneel) om ervoor
te zorgen dat het apparaat correct is ingesteld en accuraat werkt.
Het is ook aan te raden om de temperatuur op de verschillende
locaties van de eieren te controleren. Bij gebruik van gesloten
incubatiedoosjes (met enkele ventilatiegaatjes), zal de temperatuur
in het kweeksubstraat niet meer dan 0,2°C variëren, waardoor
een stabiele incubatietemperatuur wordt gewaarborgd. Laat de
Incubator steeds minstens 24 uur werken om de temperatuur
te controleren voordat u de eieren in de incubator plaatst. Voer
regelmatige temperatuurcontroles uit met een afzonderlijke,
gekalibreerde thermometer, want wij aanvaarden GEEN ENKELE
AANSPRAKELIJKHEID voor verlies van eieren of dieren als gevolg
van een storing in het apparaat.

Publicidad

loading