Installeer bedieningspaneel (B), zie afb. 1, 3 en 22, mak-
kelijk bereikbaar bij het besturingsstation. De diameter
van de gatenzaag is 52 mm. Zie afb. 3. Gebruik de pak-
king, inbegrepen in de levering (Zie afb. 22 A). Voor een
gelijke montage van het paneel het centrale deel eruit
persen en de rest van de pakking gebruiken voor de
eenheid zie afb. 22 B. Zie ook de gatenmal voor het be-
dieningspaneel achterin dit handboek.
A
Afb. 22
Installeer de 6-polige verbindingskabel (E) afb. 1 tussen
de regeleenheid (koppelstuk gemerkt AUX) en het be-
dieningspaneel.
Sluit de stroomtoevoerkabels van de regeleenheid aan
op 12V of 24V DC (rode kabel naar plus en zwarte kabel
naar minus). Beveilig de installatie met een 6-8A zekering
op de pluskabel. Zie bedradingschema's afb. 25 en 26 .
Sluit de rode pluskabel van het bedieningspaneel aan
op de vaarstand van het contactslot.
Let op! Voor Volvo Penta EVC EC-motoren, mag de
rode kabel niet direct worden aangesloten op de starts-
leutel, maar in plaats daarvan op het relais voor externe
accessoires. Let op! Controleer altijd met uw motorleve-
rancier of er andere aanbevelingen of vereisten zijn met
betrekking tot de bedrading naar het contactslot. Bevei-
lig de installatie met een 3-8A zekering op de pluskabel.
Als er meerdere besturingsstations zijn geïnstalleerd, zal
alleen het bedieningspaneel (rode kabel) van het hoofd-
station zijn aangesloten op het contactslot of op het re-
lais zoals hierboven beschreven. Voor mechanisch af-
geregelde motoren en voor Volvo Penta EVC MC-mot-
oren, zie bedradingschema afb. 25 en voor EVC EC-
motoren, zie bedradingschema afb. 26.
Als op de boot geen geschikt zekeringenkastje aanwe-
zig is, kan, Volvo Penta resetbaar 8A breekcontact, art.
nr. 966689, worden gebruikt ter beveiliging van de in-
stallatie. Breekcontact 966689 is niet explosieproef en
mag daarom niet worden gebruikt in benzinemotorcom-
partimenten. Zie afb. 23en de paragraaf
"Componentengids". NB! Breekcontact 966689 is niet
explosieproef en mag daarom niet worden gebruikt in
benzinemotorcompartimenten.
Afb. 23
Plus d'informations sur : www.dbmoteurs.fr
NB! Voer "opstarten systeem" uit en laat het trimsysteem
proefdraaien voordat de boot te water wordt gelaten. Zie
de volgende instructies. Voordat de procedure
"opstarten systeem" wordt gestart, eerst zorgvuldig de
instructies lezen.
Opstarten van het systeem
Als het QL Boottrimsysteem eenmaal is geïnstalleerd en
alle elektrische kabels zijn aangesloten, is het tijd de ka-
librering van het systeem uit te voeren voordat het syste-
B
em operationeel kan worden. Dit wordt gedaan om de
positie van het blad te bepalen als het volledig is inge-
trokken respectievelijk uit is geschoven.
De kalibrering wordt als volgt uitgevoerd:
1.
Zet de hoofdschakelaar aan.
2.
Druk tegelijkertijd op de bovenste en onderste knop op
het bedieningspaneel en houd deze ingedrukt.
3.
Draai de startsleutel naar de vaarpositie (zonder de mo-
tor te starten).
4.
Wacht minimaal 10 seconden tot de interceptorbladen
naar buiten beginnen te bewegen en laat dan de knop-
pen op het paneel los. De bladen kunnen gaan bewe-
gen voordat de 10 seconden zijn verstreken, maar de
bovenste en onderste knoppen moeten toch ingedrukt
blijven tot minstens 10 seconden zijn verstreken.
5.
De bladen zullen volledig naar buiten gaan, stoppen en
dan volledig worden ingetrokken. Als dit allemaal juist is
uitgevoerd, zullen de twee bovenste en twee onderste
LED's op het bedieningspaneel twee keer knipperen.
Zie afb. 24.
Afb. 24
97