BESCHRIJVING
De nummers in de nu volgende tekst verwijzen naar
de afbeeldingen op pagina 2-3.
1. Aan/uit-schakelaar
2. Aan/uit-schakelaar voor laser
3. Vergrendelingsknop
4. Koolborstelafdekking
5. Borgpen
6. Bladbeschermkap
7. Werkstukklem
8. Geleidehek
9. Knop voor het instellen van de zaaghoek
10. Vergrendelingsknop
11. Vergrendelingspeddel
12. Knop over schuifsteun
13. Aansluiting stofzak
14. Afschuiningshoek
16. Deksel
17. Zaagbladbout
18. Flens
19. Schroef
20. Schroef terugtrekarm
21. Verlengstukken (links en rechts)
22. Vergrendelingsknop zaagblad
23. Hoekindicator
3. ASSEMBLAGE
Schakel voor assemblage altijd de machine
uit en verwijder de netstekker uit het
stopcontact.
Installatie van een stationaire machine (Afb. F)
Deze machine is een stationaire machine en moet
om veiligheidsredenen redenen altijd stevig worden
geïnstalleerd en niet gebruikt voor mobiele toepas-
singen.
U kunt de machine op twee manieren installeren:
a) Als stationaire machine op een werkbank. In dat
geval moet de machine aan de werkbank met 4
bouten.
b) Als stationaire machine op een onderstel. In dit
geval moet de machine aan het onderstel wor-
den subframe met 4 bouten en het subframe
verankerd met 4 bouten aan de vloerplaat met
afmetingen van ten minste 1 vierkante meter.
Installatie van de verstekzaag (Afb. B)
• Plaats een zijbalk (21) aan de rechterkant van
de machine en de andere aan de linkerkant de
WWW.VONROC.COM
machine en de andere zijbalk aan de linkerkant
van de machine zijde van de machine.
• Plaats de werkstukklem (7) links of rechts op
de machine rechterkant van de machine.
• Houd de handgreep vast en beweeg de zaag
lichtjes naar beneden en trek dan de pen (5) iets
naar buiten zodat de zaag naar boven beweegt.
Opmerking: Gebruik de verstekzaag nooit zonder
de meegeleverde verlengstukken. Zorg ervoor dat
ze correct gemonteerd zijn.
Schuifhek (Afb. B)
Om veiligheidsredenen is deze machine uitgerust
met een beweegbare geleider om te gebruiken bij
normaal en schuin zagen.
• Voor normaal recht afkorten en verstekzagen,
altijd de schuifaanslag (8) op het einde instellen
en goed vast om het werkstuk veilig te onder-
steunen.
• Voor schuine zaagsneden moet de geleider (8)
in een geschikte positie geschikte positie, zo
dicht mogelijk bij het zaagblad maar voorkom
dat de beweging van het zaagblad wordt gehin-
derd en zorg voor een goede bevestiging.
De zaagbladen vervangen (Afb. D en E)
Gebruik alleen scherpe en onbeschadigde
zaagbladen. onbeschadigd zijn. U moet
zaagbladen met afgebroken of verbogen
zaagbladen.
GEVAAR: Gebruik geen zaagblad dat groter is dan
de opgegeven capaciteit van de zaag. Het kan in
contact komen met de zaagbladbescherming en
schade veroorzaken.
Gebruik geen blad dat te dik is om de buitenste
bladschijf in de platte kanten van de as te laten
grijpen. Hierdoor kan de bladschroef het blad niet
op de as vastzetten.
Gebruik deze zaag niet voor het zagen van metaal
of metselwerk.
• Koppel de machine los van de stroomvoorziening.
• Verwijder de schroef (20) waarmee de terugtre-
karm aan de zaagbladkap is bevestigd.
• Verwijder de schroef (19) om de boutenkap te
verwijderen door de zaagbladkap (6) omhoog te
tillen.
• Zowel de zaagbladbout (17) als de flens (18)
zouden nu zichtbaar moeten zijn zoals getoond
in Afb. E.
NL
27