Instellen van de snijhoogte
m Let op! Het verstellen van de snijhoogte mag
alleen bij uitgeschakelde motor en verwijderde
voedingsstekker worden uitgevoerd.
• Voordat u begint te maaien, controleert u of het
snijgereedschappen niet stomp zijn en de bevesti-
gingsmiddelen niet beschadigd zijn.
• Vervang stompe en/of beschadigde snijgereed-
schappen eventueel in een gehele set om geen on-
balans te veroorzaken. Bij deze controle de motor
uitschakelen en de voedingsstekker verwijderen.
• De instelling van de snijhoogte gebeurt met de
wielhoogteverstelling (afb. 13/pos. 14). Er kunnen 8
verschillende snijhoogten worden ingesteld.
• Trek de instelhendel naar buiten en stel gewenste
snijhoogte in. De hendel klikt vast in de gewenste
positie (afb. 13).
Maaivlak voorbereiden
Onderzoek het te maaien oppervlak zorgvuldig voor-
afgaand aan het maaien. Verwijder stenen, stokken,
botten, draden, speelgoed en andere voorwerpen,
die door het apparaat weggeslingerd kunnen worden.
9. In gebruik nemen
m Let op!
De motor wordt zonder olie geleverd. Voor inge-
bruikname daarom altijd olie bijvullen. Gebruik
hiertoe normale multifunctionele olie (SAE 30).
De oliepeil in de motor moet voor elke keer maai-
en worden gecontroleerd.
Eventueel moet er benzine worden bijgevuld,
omdat dit niet is meegeleverd.
• Om het ongewenst starten van de grasmaaier te
vermijden, is deze uitgerust met een motorrem
(afb. 1, pos. 3), die bediend moet worden voordat
de grasmaaier wordt gestart. Bij het loslaten van de
motorremhendel moet deze in de uitgangspositie
terugkeren en de motor wordt automatisch uitgezet.
• Trek aan de motorremhendel (3) en trek stevig aan
de starttrekkabel (17). (afb. 14)
• LET OP:Het snijmes roteert ook bij geactiveerde
motorremhendel zodra men aan de starttrekkabel
trekt. Let erop dat er zich geen lichaamsdelen of
vreemde voorwerpen in het gevarenbereik van de
snijmessen bevinden.
• Wanneer de motor loopt, druk de rijhendel (2) in de
richting van de hendel (1) om de aandrijving op de
maaier in te schakelen.
• Voordat u met het maaien van gras begint, moet u
dit proces enkele malen herhalen om er zeker van
te zijn dat alles correct functioneert.
m WAARSCHUWING
Elk keer als u instel- en/of reparatiewerkzaamhe-
den aan uw grasmaaier moet uitvoeren, moet u
wachten totdat de messen niet meer draait.
114 | NL
Schakel voor alle instel-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden de motor uit en trek aan de
voedingsstekker.
Gebruik van de aandrijving:
• Motorrem (3):Gebruik de hendel; om de motor uit te
zetten. Als u de hendel loslaat, stoppen de motor
en snijmessen automatisch.
• Trek om te maaien de aandrijfhendel (2) naar de
handgreep (1) toe. Voor het werkelijke maaien,
moet u de start-/stophendel meerdere malen con-
troleren. Controleer of de trekkabel soepel loopt.
• Aandrijfhendel (2):
Als u hem bedient, wordt de koppeling voor de
aandrijving gesloten en de grasmaaier begint te
rijden met draaiende motor. Laat de hendel op tijd
los om de grasmaaier te stoppen wanneer deze in
beweging is. Oefen het starten en stoppen voordat
u voor de eerste keer maait, totdat u bekend bent
met het rijgedrag.
Waarschuwing:Het snijmes roteert als de motor
wordt gestart.
Belangrijk:Voor het starten van de motor beweegt u
meerdere malen de motorrem om te controleren of de
stopkabel ook goed functioneert.
Let op het volgende:De motor is ontworpen op de
snijsnelheid voor gras en het uitwerpen van gras in de
vangkorf en voor een lange levensduur van de motor
• Controleer het oliepeil.
• Open de tankdeksel en vul de benzinetank (6) tot
het onderste punt van de tank-vulpijp met ca. 1,4 li-
ter benzine. Gebruik een trechter en maatcontainer
voor het vullen. Vul de tank niet te vol.
• Gebruik verse, schone loodvrije brandstof.
Meng in geen geval olie met benzine. Meet de
brandstof af in hoeveelheden die binnen 30 dagen
gebruikt worden om zo de versheid van de brand-
stof te garanderen.
Let op het volgende:Gebruik loodvrije normale ben-
zine met max. 10% aandeel bio-ethanol.
m WAARSCHUWING
Gebruik altijd een veiligheidscontainer voor benzine.
Rook niet tijdens het bijvullen van de benzine. Ver-
wijder alle olie- en benzineresten. Schakel de motor
voor het bijvullen van de benzine uit en laat de motor
enkele minuten afkoelen.
Motor starten (afb. 14)
• Controleer of de ontstekingskabel op de bougie is
aangesloten.
• Ga achter de motormaaier staan. Druk met één
hand de motorremhendel (3) naar de handgreep,
de andere hand moet op de starttrekkabel liggen.
www.scheppach.com