5 Motor bedrijfsklaar maken
► Houd u aan de voorschriften in deze
gebruiksaanwijzing.
4.3
Werken
WAARSCHUWING
■ Wanneer de motor draait, ontstaan er uitlaat‐
gassen.
Ingeademde uitlaatgassen kunnen
mensen vergiftigen.
► Adem geen uitlaatgassen in.
► Werk op een goed geventileerde plaats.
► Bij misselijkheid, hoofdpijn, zichtstoornis‐
sen, slecht horen of duizeligheid: stop met
werken en raadpleeg een arts.
■ Wanneer de motor uitgedraaid is, kan de
motor nog heet zijn.
Personen kunnen brandwonden oplo‐
pen.
► Wacht voordat u begint met reinigen totdat
de motor afgekoeld is.
■ Als de gebruiker gehoorbescherming draagt
en de motor draait, kan de gebruiker geluiden
beperkt waarnemen en inschatten.
► Werk rustig en doordacht.
■ Als de motor bij een hoog toerental wordt uit‐
geschakeld, kan er overslaan van de ontste‐
king of naontsteking optreden.
► Laat de motor vóór het uitschakelen 20
seconden op minimaal toerental draaien.
5
Motor bedrijfsklaar maken
5.1
Brandstof
De motor wordt vanuit de tank van het STIHL
apparaat van benzine voorzien.
De motor werkt op loodvrije benzine. Loodvrije
benzine verbrandt met minder resten, koekt min‐
der aan op de bougie en verlengt de levensduur
van het uitlaatsysteem. De benzine moet aan de
volgende vereisten voldoet:
– De benzine is recent, schoon en loodvrij.
– Het octaangetal van de benzine is minstens
90.
– De benzine heeft een maximaal ethanolge‐
halte van 10 % (E10).
STIHL beveelt STIHL MotoPlus aan. Deze
brandstof is nagenoeg vrij van benzeen, zwavel
en schadelijke aromaten.
0478-983-9913-B
VOORZICHTIG
■ Als voor de motor geen geschikte benzine is
getankt, kan de motor beschadigd raken.
STIHL adviseert om altijd recente merkbenzine
te gebruiken, nooit een tweetaktmengsel (ben‐
zine met toegevoegde olie).
Tank geen bedorven of verontreinigde benzine.
Voorkom verontreiniging van de tankinhoud met
vuil en water.
Gebruik alleen toegestane benzine (geen E85).
Tank bij klop- of pingelgeluiden een ander merk
benzine.
► Neem zo nodig contact op met de vakhan‐
delaar. STIHL beveelt de STIHL vakhande‐
laar aan.
5.2
Motorolie bijvullen
De motorolie smeert en koelt de motor.
VOORZICHTIG
■ De motor wordt zonder motorolie afgeleverd.
Een te hoog of te laag oliepeil kan schade aan
de motor tot gevolg hebben.
► Vul vóór de eerste ingebruikname motorolie
bij.
► Plaats het STIHL apparaat op een vlakke
ondergrond.
► Schakel de motor uit.
► Schroef de oliepeilstok (1) eruit.
► Vul zo nodig motorolie bij met een geschikte
trechter, totdat het maximale oliepeil (2)
bereikt is.
De oliecapaciteit bedraagt:
– Bij eerste vulling: 1,2 liter
– Bij olieverversing: 1,1 liter
► Draai de oliepeilstok (1) in.
► Controleer vóór elke start het motoroliepeil.
7.2. Vul zo nodig motorolie bij.
Het motor is geschikt voor standaard verkrijgbare
4-taktmotoroliesoorten.
► Gebruik motoroliën van de klasse SF, SG, SH,
SJ en hoger.
Nederlands
95