Descargar Imprimir esta página

lifter TX 10/09 Manual De Uso Y Mantenimiento página 31

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 21
van de elektrolyten met een dichtheidsmeter meten om zo het niveau van de lading te controleren.
GEBRUIK (18.1+X47)
De bestuurder dient de volgende gebruiksaanwijzingen in de rijpositie uit te voeren; de handelingen dienen zo uitgevoerd te worden dat men redelijk ver van
de gevaarlijke zones (hefmasten, vork, kettingen, poelies, aandrijfwielen en stabilisatoren en andere in beweging zijnde onderdelen) blijft i.v.m. de veiligheid
van de handen en voeten.
Veiligheidsnormen
De pallettruck dient volgens de volgende normen gebruikt te worden:
a) De bestuurder van de machine dient de gebruiksaanwijzingen van het voertuig te kennen en de juiste kleding, beschermende schoenen en helm te dragen.
b) De bestuurder is verantwoordelijk voor de pallettruck en dient er voor te zorgen dat onbevoegde personen niet met de truck rijden of op de vork klim-
men. Tijdens het rijden dient de gebruiker snelheid te verminderen in de bochten, bij smalle stukken, deuren of onregelmatige vloeren. De gebruiker dient
onbevoegden te verwijderen uit de zone waarin de pallettruck zich beweegt en onmiddellijk te waarschuwen indien er personen in gevaar zijn; in het geval
er, ondanks de waarschuwing, nog steeds personen op de werkplek zijn dient de bestuurder de pallettruck meteen te stoppen.
c) Het is verboden te blijven staan in de zones waar er onderdelen in beweging zijn en te klimmen op de vaste delen van de pallettruck.
d) Tijdens het rijden dient de bestuurder er op te letten dat er een goede zichtbaarheid is en dat er voldoende ruimte is bij het achteruit rijden.
e) Indien de pallettruck met de lift vervoerd wordt, dient de pallettruck hier met de vork naar voren in te rijden (eerst controleren dat de lift voldoende draa-
gkracht heeft).
f) Het is ten strengste verboden de veiligheidsmechanismen buiten bedrijf te stellen of te demonteren. Indien de pallettruck in een omgeving met hoog
brand- en explosiegevaar ingezet wordt, moet de pallettruck hiervoor goedgekeurd zijn.
g) De MAXIMALE DRAAGKRACHT van de pallettruck zoals aangegeven op plaatje "A" (fig.4) mag in geen geval overschreden worden.
De bestuurder dient zich ervan te verzekeren dat de lading goed en ordelijk op de vork verdeeld staat. De lading mag in geen geval meer dan 50 mm van
de vork uitsteken.
h) Het is verboden de heftruck met elektrische of mechanische middelen te slepen; alleen het gebruik van mensenkracht is toegestaan.
i) Het is verboden de pallettruck te bewegen met de vorken in hoge positie, dit is alleen toegestaan tijdens de nodige laad- en losmanoeuvres
l) Voordat er met het werken begonnen wordt dient de bestuurder eerst het volgende te controleren:
- de werking van de rem en de parkeerrem
- dat de ladingsvorken in perfecte conditie verkeren
- dat de wielen en rollen heel zijn
- dat de accu opgeladen is en goed vast zit en dat de elementen droog en schoon zijn
- dat alle veiligheidsmechanismen goed werken
m) De wagen moet zowel tijdens het gebruik als bij het parkeren beschermd worden tegen de regen en sneeuw en mag niet gebruikt worden in vochtige
omgeving.
n) Gebruikstemperatuur 0°C/+40°C
o) Het is verboden voedingsmiddelen te vervoeren die in direct contact komen met de heftruck.
p) De machine heeft geen speciale verlichting nodig.
q) De bestuurder moet bij het uitschuiven van de benen opletten dat de maximale lengte die is aangegeven op het been niet overschreden wordt. (TX
STRADDLE)
r) De bestuurder moet goed opletten dat de uitschuifbare benen en de vorken zich altijd even ver van het middelpunt van de vorkheftruck bevinden,
anders kan deze onstabiel worden. (TX STRADDLE)
In ieder geval zorgen dat de werkplaats voldoende en overeenkomstig de regels verlicht is.
IN GEVAL VAN SCHADE OF ONGEVAL WEGENS NALATIGHEID, MONTAGE DOOR NIET BEVOEGDE TECHNICI EN ONJUIST GEBRUIK KAN HET CONSTRUC-
TIEBEDRIJF NIET VERANTWOORDELIJK GESTELD WORDEN.
Verplaatsen
Voer verplaatsingen altijd uit met de lading in lage stand en in de werkrichting door de heftruck aan de stuurstang te slepen. Stuur de heftruck zeer voorzichtig aangezien
door plotselinge bewegingen gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.
Stapelen
1) Beweeg de heftruck voorzichtig bij de stellage met de lading in lage stand.
2) Wees er zeker van dat de poten van de heftruck een vrije doorgang hebben onder de pallet of in de stellage. De beste manier is de zijkant van de pallet
perfect in lijn te brengen met de stellage, door deze als referentie te nemen. Zo wordt het stapelen en afladen gemakkelijker.
3) Rem de heftruck af en hef de lading op tot deze vrij boven het niveau van het bergvlak komt.
4) Zet de rem los en beweeg de heftruck langzaam naar voren en stop wanneer de lading zich boven de stellage bevindt; op dat moment de vorken naar beneden
brengen zodat deze van de pallet loskomen en niet tegen het onderliggende vlak forceren. Controleer of de lading veilig is geplaatst.
5) Beweeg de heftruck langzaam achteruit en zorg ervoor dat de pallet goed gestapeld blijft.
6) Breng de vorken omlaag in de verplaatsingsstand (FIG. 6/A - 6/B).
Lossen
1) Met de vork in de loodrechte, lage positie naar het rek toe rijden en onder de laagste pallet rijden.
2) De vork onder de pallet vandaan terugtrekken.
3) De vork naar de gewenste hoogte brengen en langzaam naar de op te nemen pallet bewegen. Gelijktijdig er op letten dat de lading veilig op de vork
geplaatst wordt.
4) De vork opheffen totdat de pallet van het rek opgeheven wordt.
5) Langzaam naar achteren bewegen
6) De lading langzaam laten zakken en gelijktijdig opletten dat de vork geen hindernissen tegenkomt tijdens het zakken.
LET OP: Altijd het gewicht van de lading vergelijken met de ophefcapaciteit zoals aangegeven op het desbetreffende plaatje. LET OP: Wanneer
de lading opgeheven is dient men zeer voorzichtig te sturen en te remmen.
Hefblokkering (28.1)
De heftruck is voorzien van een automatische inrichting die het heffen blokkeert als de accu's een ontladingsniveau bereiken van meer
dan 80%. De activering van de inrichting wordt aangegeven door het controlelampje nr. 1, dat gaat branden wanneer de blokkering
actief is. Als deze inrichting is geactiveerd, de heftruck naar de oplaadzone brengen en te werk gaan zoals beschreven in de paragraaf
"laden van de accu's".
Stuurinstrumenten (19.1) - (Fig.7)
1) HENDEL HEFFEN/DALEN 2) HOOFDSCHAKELAAR
3) STUURSTANG
4) REM
ONDERHOUD (20.1)
Het onderhoud dient uitgevoerd te worden door bevoegd personeel. De pallettruck dient minstens een maal per jaar een algemene controle te ondergaan.
Na iedere onderhoudsbeurt dienen de werking van de pallettruck en de veiligheidsmechanismen gecontroleerd te worden. De pallettruck regelmatig laten
controleren, uit veiligheidsoverwegingen ten opzichte van het personeel en om het risico te vermijden dat de wagen stil komt te staan! (zie onderhoud-
stabel)
Opmerking: Om het onderhoud in veilige omstandigheden uit te voeren dient men de stekker van de hoofdschakelaar er uit te halen.
27

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

Tx 10/16Tx 10/20Tx 12/25Tx 12/29Tx 12/35Tx 12/33 straddle ... Mostrar todo