Pos.
Benaming
1
Sensorprintplaat
2
Connector
3. Verwijder de defecte sensorprintplaat voorzichtig door deze gelijkmatig
eruit te trekken en voer deze af volgens de geldende voorschriften.
4. Pak de nieuwe sensorprintplaat uit en plaats deze voorzichtig. Zorg dat
de sensorprintplaat door de geleidingsplaten wordt geleid (pos. 3) en in
de aansluitingen vastklikt (pos. 2 + 4).
5. Sluit het product weer met de afdekking.
6. Neem het product weer in gebruik.
Zie ook hoofdstuk "Inbedrijfstelling".
1502724-02
Afb. 51: Sensorprintplaat vervangen
Pos.
3
4
Tab. 41: Sensorprintplaat vervangen
- 128 -
Benaming
Geleidingsplaat
Connector
NL