Bij een verlenging van de kabelset
dient erop te worden gelet dat de
kabeldiameter groot genoeg is.
Vervanging van de xenon
lamp
(afb. pagina 3).
Behuizing 2 van de
schijnwerperhouder afschroeven.
Afdekkap 11 verwijderen.
Veiligheidsinstructies
BELANGRIJK!
de elektrische verbinding tussen
schijnwerper en voorschakelappa-
raat staat onder hoogspanning en
mag niet worden gescheiden.
Schijnwerper voor het vervangen
van de lamp steeds uitschakelen en
van de voedingsspanning scheiden.
Nooit in de stekker grijpen.
15
De kabelweerstand tussen
voorschakelapparaat en batterij
mag niet boven een weerstand van
150 mOhm (bij 12 V) of 300 mOhm
(bij 24 V) stijgen.
Stekker 10 eraf trekken.
Adapter 3 voor verlichtingselement
ontgrendelen en eraf trekken.
Verlichtingselement 5 vervangen
en rubberen dichting 4
omwisselen.
Het voorschakelapparaat mag nooit
zonder lamp worden gebruikt,
omdat er een gevaarlijke
spanningoverslag aan de stekker
kan ontstaan, die tot
beschadigingen leidt.
De lamp eerst laten afkoelen.
Gebruik bij het vervangen van de
lamp een beschermbril en
veiligheidshandschoenen.
Het glazen element van de xenon
lamp is met verschillende gassen en
metaaldampen gevuld en staat
onder druk (splintergevaar).
De glaskolf van de xenon lamp
nooit aanraken, de lamp alleen aan
de fitting vastpakken.
Alle leidingen correct aanleggen en
veilig bevestigen.
Klem de massakabel weer aan de
batterij.
Schijnwerpercomponenten weer in
elkaar zetten en vastschroeven. De
vervangen xenon lamp als chemisch
afval verwijderen.
Functie en instelling van de
schijnwerpers controleren.
Vingerafdrukken op de glaskolf met
een schone doek en alcohol
zorgvuldig verwijderen.
Lamp alleen in gesloten
schijnwerpers gebruiken.
Nog een tip:
Houdt het lampglas schoon.
Vuil kan tot 80% van de
lichtcapaciteit absorberen.
Hebt u reservelampen en
zekeringen in de auto?
Mocht u vragen of problemen
met de montage hebben, bel
dan de Hella klantenservice.
telefoonnr.
030-6 09 56 11
NL
03-8 87 97 21
B