6 Reiniging
h.
Aanwijzing voor filters die in de autoclaaf gedesinfecteerd kunnen
worden.
De doeltreffendheid van het desinfecteren in de autoclaaf moet door de
gebruiker zelf worden gecontroleerd. Niet ieder membraanfilter is daar-
voor geschikt! Uitsluitend originele toebehoren gebruiken.
>
Standaard is het apparaat voorzien van een 0,2 µm membraanfilter
(rode kleurcode).
>
Het membraanfilter mag maximaal vijf maal op 121°C (250°F) in de
autoclaaf worden gedesinfecteerd.
>
Met 0,2 µm membraanfilters (voor weefselkweek) kunnen volumeto-
leranties uit klasse B worden bereikt.
>
Voor het aanhouden van volumetoleranties uit klasse A zijn 3 µm
membraanfilters vereist. Deze hebben door hun wijdere poriën een
geringere invloed op de vrije uitlooptijd van de pipetten, zie .
6.3 UV-ontkieming
Het apparaat is bestand tegen de gebruikelijke belasting van een UV-ont-
kiemingslamp. Als gevolg van UV-straling is verkleuring mogelijk.
Gebruiksaanwijzing
464
h.
Het bovenste deel van de behuizing
in de behuizingsschalen drukken en
de adapterbehuizing erop schroeven.
AANWIJZING
997418