Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Gebruik
Na de inlooptijd moet een verse lucht kalibratie worden uitgevoerd.
Deze werkwijze is het resultaat van de bovengenoemde partiële-
drukafhankelijkheid en geldt tot een hoogte van 1000 m boven NAP.
De verse lucht kalibratie dient over het algemeen direct voor de meting
te worden uitgevoerd. Daarbij mag de verse lucht geen meetgassen of
andere storende gassen bevatten.
De verse lucht kalibratie moet worden uitgevoerd zonder gemonteerde
kalibratieadapter.
Verse lucht kalibratie als volgt uitvoeren:
1. Kalibreer het apparaat in verse lucht. Bij de verse lucht kalibratie
wordt de weergave van de sensor XXS O
ingesteld.
2. Druk 3 keer op de »+«--toets van de X-am® 5000.
Het symbool voor verseluchtkalibratie »
3. Druk op de »OK«-toets om de verse lucht kalibratiefunctie te
starten.
De meetwaarde knippert.
4. Als de meetwaarde stabiel is, druk dan op de »OK«-toets om de
verse lucht kalibratie uit te voeren.
De weergave van de actuele gasconcentratie wisselt met de
weergave »OK«.
5. Druk op de »OK«-toets om de verse lucht kalibratiefunctie te
verlaten of wacht ca. 5 seconden.
Als er een fout is opgetreden bij de verse lucht kalibratie, verschijnt
de storingsaanwijzing »X«. In plaats van de meetwaarde wordt bij
de O
-sensor »- -« weergegeven.
2
6. Het foutsignaal moet worden bevestigd. In dit geval moet de verse
lucht kalibratie worden herhaald. Als de kalibratie nogmaals
mislukt, moet de sensor door Dräger of bevoegd deskundig
personeel worden gecontroleerd en indien nodig worden
vervangen.
Na een succesvolle verse lucht kalibratie is het apparaat meetklaar.
102
i
In afzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat er een overschrijding
op 20,9 Vol.-%
2
van de meetbereikeindwaarde optreedt. Deze wordt aangeduid door
»
worden gestaakt, een nieuwe verse lucht kalibratie worden uitgevoerd
« verschijnt.
en de meting worden herhaald.
Als de Dräger X-am® 5000 nogmaals een overschrijding van het
meetbereik aanduidt, moet het met een referentiemeting worden
gecontroleerd.
Gebruik daarvoor een zuurstof-ademluchtmengsel waarvan de
zuurstofconcentratie bekend en minder is dan 100 Vol.-% (bijv.
60 Vol.-%). Als bij deze meting een waarde buiten de normale
toleranties van de sensor wordt gemeten, moet het apparaat ter
controle worden opgestuurd naar Dräger.
4.2
1. Alle ventielen sluiten.
2. Sluit met de afsluitschroef de Nitrox aansluiting (Afb.1, Pos.3).
3. Verwijder de afdichtkap van de aansluiting zuurstoftoevoer (Afb.1,
AANWIJZING
i
Bij het meten van zuivere zuurstof klinkt een alarm als een
concentratie van 100 Vol.-% worden bereikt. Dit alarm kan
pas met de »OK«-toets worden bevestigd als de gemeten
zuurstofconcentratie weer is gedaald tot een waarde onder
de alarmgrens van 100 Vol.-%. Daarvoor moet de analyse-
adapter van de Dräger X-am® 5000 worden verwijderd zodat
er voldoende verse lucht bij de sensor kan komen.
« (meetbereikoverschrijding). In dit geval moet de begassing
Controles voor gebruik
WAARSCHUWING
!
Open ventielen langzaam om warmte-ontwikkeling door
drukstoten te voorkomen.
Pos.12).
Nitrox 200
Publicidad
