ELEKTRISCHE BEDRADING
Weergave op LCD-scherm
Het automatisch bewegen van de lamellen begint door
op "
" te drukken. In het LCD-scherm verschijnen de
bewegende lamellen.
3 Als er lamellen zijn die niet bewegen, controleer de
aansluiting van de bedradingsconnector van de lamellen
(CN17).
14.1 WERKINGSCONTROLE VAN HET HIJSROOSTER (ALLEEN VOOR P-GP160NAPU)
1 Controleer voor het proefdraaien eerst of het rooster
horizontaal ligt en of de ophangdraad strak is. Als er sprake
is van kanteling of speling, druk dan langzaam op het
luchtinlaatrooster om dit te corrigeren. Als er speling is in
de ophangdraad, zal de detectiefunctie voor slapheid het
hijssysteem stoppen.
2 Stel de bedrade bediening in voor hijsmodus zoals
aangegeven in hoofdstuk
een bedrade bediening".
?
O P M E R K I N G
Als het niet overschakelt naar een hijsrooster, controleer dan de
kabelaansluitingen.
3 Druk op de " " of op de " "-knoppen van de bediening.
Het luchtinlaatrooster gaat terug naar het startpunt. (Beide
knoppen " " of " " zijn beschikbaar).
15 ELEKTRISCHE BEDRADING
!
L E T O P
•
Alle werkzaamheden aan de elektrische installatie moeten worden
uitgevoerd door gecertificeerd personeel en alle werkzaamheden
moeten volledig zijn en voldoen aan de lokale en NEC (National
Electrical Code) normen. Het niet naleven van deze normen kan leiden
tot schade, brand, elektrische schokken en ernstig of dodelijk letsels.
•
Bij het openen en sluiten van het deksel van de elektrische kast moet
u ervoor zorgen dat deze niet in contact komt met de ophangdraad. Als
de ophangdraad breekt, kunnen het luchtinlaatrooster en het luchtfilter
vallen. Dit kan letsels veroorzaken.
•
Voer de elektriciteitswerken op een veilige manier uit. Als de
elektriciteitswerken niet correct uitgevoerd zijn, dan kan de verbinding
hitte afgeven, of er kan brand of een elektrische schok optreden.
•
Zorg ervoor dat de elektrische bedrading veilig bevestigd is, zodat
er geen externe kracht wordt uitgeoefend op de klemmen van de
bedrading. Als ze niet goed worden bevestigd, kan dit leiden tot
oververhitting of brand.
In het geval van P-GP160NAP en P-GP160KAP
1 Het luchtpaneel heeft een bedrading motor voor de
automatische lamellen. Verwijder de tape waarmee de
bedrading is vastgemaakt en zorg ervoor dat deze door de
kabelband wordt geleid zoals aangetoond op de rechter
afbeelding, voordat u deze aansluit op de connector (CN17)
op de PCB.
2 Draai na het aansluiten van de connector de kabelband
vast om de bedrading te beveiligen. Nadat de bedrading is
beveiligd, plaats de deksel van de elektrische kast.
3 De volgende aansluitingen worden bij het luchtpaneel
gebruikt. Verwijder de tape die de aansluitingen op het
143
PMML0568 rev.0 - 01/2021
"13.1 Hijsrooster instellen vanaf
?
O P M E R K I N G
•
Een adequate en optimale luchtstroom is afhankelijk van de toepassings-
en installatiepraktijken, waaronder de plaatsing van kantoorapparatuur,
de structuur van de ruimte en de indeling van de kantoorruimte of het
meubilair. Pas de luchtstroom aan voor maximum comfort.
•
De positie van de lamellen komt mogelijk niet overeen met de positie
die op het LCD-scherm wordt afgebeeld tijdens auto-swing. Stel de
lamellenhoek in op basis van de lamellenpositie op het LCD-scherm.
•
Zelfs als u op " " of " " drukt om de lamellenbeweging te stoppen,
kan het zijn dat de lamellen niet onmiddellijk stoppen.
•
Wanneer de unit in koelmodus werkt bij een luchtvochtigheid van
meer dan 80 %, dan kan zich condens vormen op het luchtpaneel of
op de lamellen.
?
O P M E R K I N G
•
Als het luchtinlaatrooster helemaal niet omhoog of omlaag gaat,
controleer dan de DIP-schakelaarinstelling en de kabelaansluitingen.
•
Als het luchtinlaatrooster niet omlaag gaat, controleer dan de
limietschakelaar.
•
Er kan enige kanteling zijn tijdens het hijsen, maar dit komt omdat er een
gat zit in de wikkeling van de linker en rechter ophangdraden. Dit is geen
defect. Als het meer dan 30 graden kantelt, dat is de hijsunit defect.
4 Raadpleeg de werking in de installatiehandleiding van de
binnenunit.
5 Na installatie van het luchtpaneel dient u de werking van het
systeem te testen volgens de instructies van de Installatie-
en onderhoudshandleiding.
luchtpaneel bevestigen en trek ze eruit, zoals weergegeven
in de onderstaande afbeelding.
4 Sluit ze met de klemmen aan op CN17 in de elektrische box,
zoals weergegeven in de volgende afbeelding.
Bedrading motor
voor auto lamellen
(op luchtpaneel)
Kabelband
!
G E VA A R
•
Schakel de stroomvoorziening uit voordat u aan bedradingswerken
begint. Als de klemmen worden aangesloten zonder eerst de
stroomvoorziening uit te schakelen, zullen de automatische
lamellen niet functioneren.
•
Als u dit luchtpaneel op de binnenunit van de RCI-FSR-reeks
toepast, verwijder de relaisbedrading die op de PCB van de
binnenunit is aangebracht. Sluit daarna de bedrading van het
luchtpaneel direct aan op de PCB zoals hierboven beschreven.
5
5
Stekker (CN17)