KOUDEMIDDELLEIDING
9.3 DIAMETER VAN LEIDINGAANSLUITING
Voer laswerken uit in overeenstemming met de onderstaande
afbeeldingen en tabellen:
Diameters van opgetrompte leidingen
mm (inch)
∅
Diameter (
d)
A
+0
-0,4
6,35 (1/4)
9,1
9,52 (3/8)
13,2
12,7 (1/2)
16,6
15,88 (5/8)
19,7
Dikte van de koperen leidingen
mm (inch)
∅
Dikte
Diameter (
d)
6,35 (1/4)
0,8
9,52 (3/8)
0,8
12,7 (1/2)
0,8
15,88 (5/8)
1,0
Diameters van de opgetrompte moer
mm (inch)
∅
B
Diameter (
d)
6,35 (1/4)
17
9,52 (3/8)
22
12,7 (1/2)
26
15,88 (5/8)
29
Controleer of er geen krassen, spaan, vervorming, gaten etc.
zijn op het opgetrompte deel.
Breng een dunne laag koudemiddelolie (niet-meegeleverd)
aan op het opgetrompte deel voordat u de opgetrompte moer
vastdraait. Breng de olie niet aan op de andere delen. Draai
met behulp van twee moersleutels de opgetrompte moer van
de vloeistofleiding vast tot het vermelde aanhaalmoment. Draai
vervolgens de opgetrompte moer van de gasleiding op dezelfde
manier vast. Controleer na het vastdraaien of er geen water lekt.
212
PMML0477 rev.2 - 11/2017
+ 2
90
o
o
φA
0.4 ~ 0.8R
φd
B
Flare Nut
Opgetrompte
moer
Smeer in met koudemiddelolie.
Apply Refrigerant Oil.
Breng geen
koudemiddelolie
aan op de
buitenkant van het
opgetrompte deel
Vereist aanhaalmoment
Leidingdiameter
Ø6,35 mm (1/4)
Ø9,52 mm (3/8)
Ø12,7 mm (1/2)
Ø15,88 mm (5/8)
?
O P M E R K I N G
•
Als de koudemiddelolie in contact komt met het luchtpaneel, kan dit
scheuren. Zorg ervoor dat de koudemiddelolie niet in contact komt
het luchtpaneel.
!
L E T O P
Draai de opgetrompte moeren aan tot het aanbevolen aanhaalmoment.
Bij overmatige kracht kan de moer scheuren door slijtage en kan er
koudemiddel lekken.
Als binnen in het plafond de temperatuur hoger is dan 27°C
en de vochtigheid meer dan 80% is, verschijnt condens op het
oppervlak van de isolatie. Wikkel als voorzorgsmaatregel extra
isolatiemateriaal (ongeveer 5-10 mm dik) rond de meegeleverde
isolatie van de koudemiddelleiding.
Als aanwezige leidingen met verbindingsstukken zoals
bochtstukken of mofverbindingen worden begraven, zorg dan
voor een onderhoudsdeur om het verbindingsstuk te kunnen
inspecteren.
De leidingen moeten versterkt worden met een
aardbevingsbestendige ondersteuning zodat ze niet door een
externe kracht kunnen worden beschadigd.
Klem de koudemiddelleiding niet te stevig vast, om
hittebelasting te voorkomen.
Zet, bij het aansluiten van de binnen-/buitenunits op de
koudemiddelleidingen, de leidingen vast zodat de leidingen niet
in contact komen met de zachte delen van de muur, het plafond
etc. Dit zou namelijk abnormale geluiden door trilling van de
leiding kunnen veroorzaken.
Test de leidingen op luchtdichtheid volgens de instructies in de
Installatie- en bedieningshandleiding van de buitenunit.
Aanhaalmoment
14 - 18 (N-m)
34 - 42 (N-m)
49 - 61 (N-m)
68 - 82 (N-m)