7. Communicatiebedrading (BACnet)
WTC-207-B / WTC-307-B
Gebruik voor een optimale werking een
fl exibele, afgeschermde kabel van 0,5 mm² met
3 draden. De BACnet MS/TP-
communicatiedraad is gevoelig voor polariteit,
en de enige aanvaardbare topologie is de
toepassing van een daisy chain netwerk
(doorlussen) van de ene naar de andere
regelaar.
De EOL-weerstanden van het eerste of
■
laatste BACnet MS/TP-apparaat in het
ringnetwerk moeten ingeschakeld/
geïnstalleerd zijn. Van alle andere apparaten
moet de EOL-weerstand zijn uitgeschakeld
(standaard-/fabrieksinstelling).
De EOL-afsluiting wordt bepaald via het
■
instellen van de laatste twee pennen (met
markering 'EOL') van de DIP-schakelaar
op het voorpaneel:
–
Als beide pennen op "0" zijn ingesteld,
is de EOL-weerstand uitgeschakeld.
–
Als beide pennen op "I" zijn ingesteld, is
de EOL-weerstand ingeschakeld.
Raadpleeg voor de EOL-afsluiting op
andere BACnet MSTP-apparaten de
betreffende montagehandleidingen.
Isoleer alle afschermingen met tape voor
■
elektrische isolatie, zodat het metaal is
afgeschermd en niet als aardedraad kan
fungeren of met andere conductors in
contact komt.
Als de BACnet MS/TP-databus met een
■
volgend apparaat is verbonden, moeten de
databusafschermingen bij elkaar getwist
worden.
De afscherming van de databus moet op
■
één punt met de aarde van het elektrisch
systeem verbonden zijn. Meestal is dat één
uiteinde van de bus, zoals u verderop in
deze paragraaf kunt zien.
Sluit nooit meer dan 50 apparaten aan op
■
een BACnet MS/TP-databus als er geen
verlichtings-/zonweringsmodules zijn
aangesloten. Sluit nooit meer dan
30 apparaten aan op een BACnet MS/
TP-databus als er verlichtings-/
zonweringsmodules zijn aangesloten.
Karakteristieken
Communicatieondersteuning type RS485
(3 draden + afscherming).
Aanbevolen kabeltype : 3 draden of
2 getwiste paren Belden ref. 9842.
De Belden-kabels series 8332, 9829, 8102,
8302 kunnen ook gebruikt worden.
Maximum lengte: 1220 m.
BACnet-netwerk
Naar volgende
regelaar
Afbeelding 4: X7 BACnet-communicatiebedrading
BACnet-apparaatadressering
Maak een van de stickers los van het
voorpaneel van de WTC en plak deze op de
plattegrond van het gebouw voor later gebruik.
Het MAC-adres moet overeenkomstig het
netwerkplanningsdocument worden ingesteld:
Door het instellen van de DIP-schakelaar
■
op het voorpaneel.
Als deze DIP-schakelaar op 0 (alles
■
uitgeschakeld) is ingesteld, kan het MAC-
adres ingesteld worden door een van de
RCI-D/-DC/-DM/-DCM-
bedieningseenheden op de regelaar aan te
sluiten (zie WTC-onderhoudsgids).
Afbeelding 5: Instelling van MAC-adres
(menu voor onderhoudsinstellingen)
X7 op regelaar 1
(1) COM
(2) NET-
(3) NET+
X7 op regelaar 2
(1) COM
(2) NET-
(3) NET+
85