Basisinstellingen
08
Verminderen van beeldruis
1
Druk op HOME MENU.
2
Stel in op "Beeld" ( /
3
Stel in op "Professionele instelling." ( /
4
Stel in op "NR" ( /
5
Stel het in te stellen item ( /
• U kunt kiezen tussen "DNR" of "MPEG NR".
6
Stel de gewenste parameter ( /
DNR
Verwijdert beeldstoring voor heldere, scherpe beelden. De afkorting DNR
staat voor Digital Noise Reduction (digitale storingsonderdrukking).
Keuzemogelij
Uit
kheden
Hoog
Midden
Laag
MPEG NR
Verwijdert hinderlijke storing uit de videobeelden tijdens het bekijken van
een digitale TV-zender of het afspelen van een DVD disc, voor fraaie
storingsvrije beelden.
Keuzemogelij
Uit
kheden
Hoog
Midden
Laag
7
Druk op HOME MENU om het menu te sluiten.
Gebruik van de DRE (Verbreding Dynamisch
Bereik) functies
1
Druk op HOME MENU.
2
Stel in op "Beeld" ( /
3
Stel in op "Professionele instelling." ( /
4
Stel in op "DRE" ( /
5
Stel het in te stellen item ( /
• U kunt kiezen tussen "Dynamisch Contrast",
"Zwartniveau", "ACL" of "Gamma".
6
Stel de gewenste parameter ( /
Dynamisch Contrast
Versterkt het contrast van het beeld zodat er een groter verschil bestaat
tussen de lichte en de donkere partijen.
Instellingen
Uit
Hoog
Midden
Laag
Zwartniveau
Versterkt de donkere beeldpartijen zodat deze beter afsteken tegen de
lichte partijen.
Instellingen
Uit
Aan
30
Du
en dan ENTER).
en dan ENTER).
en dan ENTER).
en dan ENTER).
en dan ENTER).
Schakelt de DNR functie uit.
Verhoogd DNR niveau.
Standaard DNR niveau.
Gematigd DNR niveau.
Schakelt de MPEG NR functie uit.
Verhoogd niveau MPEG ruisonderdrukking.
Standaard MPEG ruisonderdrukking.
Gematigd niveau MPEG ruisonderdrukking.
en dan ENTER).
en dan ENTER).
en dan ENTER).
en dan ENTER).
en dan ENTER).
Dynamisch Contrast uitgeschakeld.
Verbeterd Dynamisch Contrast
Standaard Dynamisch Contrast
Gematigd Dynamisch Contrast
Zwartniveau uitgeschakeld
Zwartniveau ingeschakeld
ACL
Deze functie zorgt voor een compensatie die resulteert in optimale
contrastkarakteristieken voor de weergegeven beelden.
Instellingen
Uit
ACL uitgeschakeld.
Aan
ACL ingeschakeld.
Gamma
Deze functie regelt de zogenaamde gammakarakteristieken (de gradatie
van het beeld).
Instellingen
1
Gammakarakteristiek 1.
2
Gammakarakteristiek 2.
3
Gammakarakteristiek 3.
7
Druk op HOME MENU om het menu te sluiten.
Gebruik van 3DYC en de I-P-modus
1
Druk op HOME MENU.
2
en dan ENTER).
Stel in op "Beeld" ( /
3
Stel in op "Professionele instelling." ( /
4
Stel in op "Anderen" ( /
5
Stel het in te stellen item ( /
• U kunt kiezen tussen "3DYC" of "I-P-modus".
6
Stel de gewenste parameter ( /
3DYC
Optimaliseert de scheiding van helderheids- en kleursignalen. Dit werkt
zowel voor bewegende als voor stilstaande beelden.
Instellingen
Uit
3DYC uitgeschakeld.
Hoog
Verbeterd 3DYC
Midden
Standaard 3DYC
Laag
Gematigd 3DYC
I-P-modus
Optimaliseert de conversie van geïnterlinieerde naar progressieve
signalen. Dit werkt zowel voor bewegende als voor stilstaande beelden.
Instellingen
1
Optimaal voor bewegende beelden
2
Standaardinstelling
3
Optimaal voor stilstaande beelden
7
Druk op HOME MENU om het menu af te sluiten.
OPMERKING
• Wat de 3DYC functie betreft kunnen de individuele
parameters alleen worden geselecteerd wanneer:
U INGANG 1, 2 of 3 heeft geselecteerd als signaalbron en
"Video" als ingangssignaaltype (bladzijde 46); of
U heeft INGANG 4 als signaalbron geselecteerd en geen S-
Videokabel aangesloten; of
U heeft de analoge ontvanger geselecteerd.
De 3DYC instelling heeft geen invloed wanneer SECAM,
PAL60 of 4.43NTSC signalen worden ontvangen.
• Voor de I-P-modus kunnen de individuele parameters niet
worden geselecteerd bij de volgende ingangssignalen:
480p, 720p@60 Hz, 576p, 720p@50 Hz, 1080p@24 Hz.
en dan ENTER).
en dan ENTER).
en dan ENTER).
en dan ENTER).