SW2-2: AM-gevoeligheid
On (Aan): Geavanceerde AM-gevoeligheid De detector
signaleert de maskering van het AM-bereik (fabrieksinstelling).
Off (Uit): Standaard AM-gevoeligheid. De detector signaleert
de nadering van het AM-bereik.
SW2-3: Reset
On (Aan): Automatische reset. AM-alarm kan 40 sec. na het
AM-alarm worden hersteld (fabrieksinstelling).
Off (Uit): Geverifieerd herstellen. AM-alarmstatus kan alleen
worden hersteld na toepassing van de WT-modus en
dagmodus.
Opmerkingen
•
Voor de geavanceerde instelling (SW2-2 is On (Aan))
moet de oorzaak van het AM-alarm zijn verwijderd voordat
AM-herstel is toegestaan.
•
Indien het AM-alarm niet kan worden hersteld met
automatisch herstellen of geverifieerd herstellen, schakelt
u de voedingvan de detector uit en schakelt u deze weer
opnieuw aan.
•
Er moet een looptest worden uitgevoerd om er zeker van
te zijn dat dedetector instellingen correct zijn voor deze
toepassing.
Deze functie is tevens afhankelijk van de SW1-5-instelling. Zie
"SW1-5: Externe functionaliteit" op pagina 35.
SW2-4: AM-gevoeligheid
On (Aan): AM activeert het storing- en alarmrelais AM-alarm
wordt gesignaleerd via zowel alarm- als storingsuitgangen
(fabrieksinstelling).
Opmerking:
Dit is een configuratie die EN 50131 klasse 3
vereist.
Off (Uit): AM alleen naar storingrelais. AM-alarm wordt
gesignaleerd via storingsuitgang.
AM-kalibratie
Tijdens het opstarten wordt het AM-circuit gekalibreerd Het is
belangrijk om binnen deze 60 seconden na het opstarten te
controleren of er zich geen veranderingen hebben voorgedaan
in het detectie veld binnen een straal van 1 meter van de
detector. De detector kan anders valse AM-alarmen
veroorzaken en mogelijk zijn deze alarmen niet te herstellen.
Het detectie patroon configureren
•
Indien nodig verwijderen de maskers (figuur 8, punt 1).
Het gewijzigde patroon is afgebeeld in figuur 8, punten 3
tot en met 7.
Als zowel beide maskers zijn geïnstalleerd,
Opmerking:
het detectie bereik is beperkt tot 6 m
•
Het detectiepatroon wijzigen door uit breken van maskers
delen (weergegeven als grijs in figuur 8, punt 2).
•
Plak de juiste spiegel stickers indien nodig. Zie
afbeelding 7, punt 1 voor details.
Let op:
Verwijderen van stickers kan het spiegel
oppervlak beschadigen.
36 / 52
•
Wanneer er stoor objecten zich direct onder de detector
bevinden, plaats dan het masker aan de binnenkant van
het venster (standaard). Hiermee schakelt u dat deel van
het gordijnen uit, dat neer kijkt op het object, hierdoor kan
de detector onstabiel worden. Zie afbeelding 7, punt 2.
Zelftest
De detector test de PIR-, microgolf- en AM-schakelingen
doorlopend. Storingen worden gerapporteerd aan de centrale
als technische fouten.
Looptest voor de detector uitvoeren
U kunt op twee manieren overschakelen naar de
looptestfunctie.
SW1-6 ingesteld op (LED aan), SW1-5 ingesteld op (Extern
uit)
In deze modus is de LED-indicatie altijd ingeschakeld
(constante looptestmodus).
SW1-6 ingesteld op (LED aan), SW1-5 ingesteld op (Extern
aan)
Deze instelling activeert de looptestingang (pin 7) en de
dag/nacht-ingang (pin 8). Hiermee kan de gebruiker extern de
LED-aanduiding activeren door de detector in de dagmodus in
te stellen en de looptest te activeren.
Groene modus
Wanneer SW1-5 is ingesteld op Extern aan, wordt de radar
uitgeschakeld gedurende de dagmode (zonder WT) om het
stroomverbruik te reduceren. De detector werkt vervolgens
alleen maar als Alleen PIR.
Opmerking:
De dag/nacht-lijn moet zijn aangesloten op de
centrale om deze mode te kunnen gebruiken.
Alarmgeheugen
Wanneer SW1-5 is ingesteld op Extern aan, worden de
alarmen die gedurende de nacht zijn opgetreden opgeslagen
in het detectorgeheugen. Ze worden aangeduid met een
knipperende rode LED wanneer de centrale wordt
overgeschakeld naar de dagmodus (looptest uitgeschakeld).
Het geheugen wordt gewist wanneer de detector weer in de
nachtmode wordt geschakeld.
Opmerking:
Stel SW1-6 in op (Uit) om te voorkomen dat het
alarmgeheugen op de LED's wordt weergegeven. Zie "SW1-6:
LED's" op pagina 35.
LED's en uitgangen
Als u de LED-functionaliteit wilt inschakelen, stelt u SW1-6 in
op (Aan), anders zijn de LED's uitgeschakeld in iedere
willekeurige conditie. Zie "SW1-6: LED's" op pagina 35 voor
meer informatie.
Tabel 6: LED's en uitgangen
Status
Rode
Gele
LED
LED
Opstarten
P/N 146666999-1-ML • REV K • ISS 20JUL22
Alarm-
Storing-
Opnieuw
relais
relais
instellen
G
G
Automatisch na
60 sec