Boost-functie
Deze functie kan alleen worden geactiveerd wanneer beide ver-
warmingsoppervlakken (linker- en rechterkant) tegelijkertijd
worden bediend en in de vermogensmodus (d.w.z. beide ver-
mogensindicatoren (7) gaan branden).
• Druk op de boost-functie (8) om de linkerkant van het ver-
NL
warmingsoppervlak te verhogen tot 2.000 W. De rechterkant
van de verwarming verandert in 1.500 W. De boostindicator
(8) gaat branden.
• Druk nogmaals op om terug te keren naar het normale ver-
mogen.
Opmerking:
1. Houd de knop voor het verhogen van de instelling (3) of de
knop voor het verlagen van de instelling (5) ingedrukt voor
een snelle aanpassing.
2. Na een langere gebruiksperiode is het normaal dat de koel-
ventilator binnenin enige tijd in stand-bymodus blijft draaien.
Wacht voordat u de stekker van het apparaat uit het stopcon-
tact haalt tot de koelventilator stopt met werken.
3. Het oppervlak van het apparaat is nog steeds heet, zelfs na
het overschakelen naar de stand-bymodus. Wacht volledig
afgekoeld voordat u het aanraakt.
4. Als er gedurende 2 uur geen knop op het bedieningspaneel
wordt ingedrukt, schakelt het apparaat automatisch over
naar de stand-bymodus.
Geschikte kookapparatuur
Geschikt
Onderkant
Platte onderkant
van kook-
(Afb. 2 op pagina 3)
gerei
Materiaal
Kookgerei met ijzer,
gietijzer, magnetisch
roestvrij staal of
geëmailleerde ijzeren
bodem.
Tussen 12 cm en
Diameter
van de
22 cm.
bodem
Type kook-
Kookgerei met een
gerei
bodemdikte van meer
dan 1,5 mm.
Opmerking: Het gebruik van een pan of pan die niet geschikt is
voor inductiekoken kan het apparaat beschadigen.
Reiniging en onderhoud
• AANDACHT! Koppel het apparaat altijd los van het elektrici-
teitsnet en koel het af voordat u het opbergt, reinigt en on-
derhoudt.
• Gebruik geen waterstraal of stoomreiniger voor het reinigen
en duw het apparaat niet onder water, omdat de onderdelen
nat worden en er een elektrische schok kan ontstaan.
• Als het apparaat niet in een goede staat van reiniging wordt
gehouden, kan dit een negatieve invloed hebben op de levens-
duur 0van het apparaat en leiden tot een gevaarlijke situatie.
• Voedselresten moeten regelmatig worden gereinigd en uit het
apparaat worden verwijderd. Als het apparaat niet goed wordt
gereinigd, verkort dit de levensduur en kan dit leiden tot een
gevaarlijke situatie tijdens het gebruik.
16
Reiniging
• Reinig het gekoelde buitenoppervlak met een doek of spons
• Om redenen van hygiëne moet het apparaat voor en na ge-
• Vermijd contact van water met de elektrische componenten.
• Dompel het apparaat nooit onder in water of andere vloei-
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen, schuursponzen
• Geen enkel onderdeel is vaatwasmachinebestendig.
Onderhoud
• Controleer regelmatig de werking van het apparaat om ern-
• Als u ziet dat het apparaat niet goed werkt of dat er een pro-
• Alle onderhouds-, installatie- en reparatiewerkzaamheden
Transport en opslag
• Zorg er vóór opslag altijd voor dat het apparaat is losgekop-
• Bewaar het apparaat op een koele, schone en droge plaats.
Niet geschikt
• Plaats nooit zware voorwerpen op het apparaat, omdat dit het
Gebogen, ongelijke,
afgeronde bodem
• Verplaats het apparaat niet terwijl het in bedrijf is. Koppel het
(Afb. 3 op pagina 3)
Kookgerei met
keramische, glazen,
Problemen oplossen
koperen, bronzen of
aluminium bodem.
Als het apparaat niet goed werkt, controleer dan de onder-
staande tabel voor de oplossing. Als u het probleem nog steeds
Minder dan 12 cm of
niet kunt oplossen, neem dan contact op met de leverancier/
meer dan 22 cm.
dienstverlener.
Volledig gesloten con-
tainers of blikken.
die licht bevochtigd is met een milde zeepoplossing.
bruik worden gereinigd.
stoffen.
of reinigingsmiddelen die chloor bevatten. Gebruik voor het
reinigen geen staalwol, metalen keukengerei of scherpe of
puntige voorwerpen. Gebruik geen benzine of oplosmiddelen!
stige ongevallen te voorkomen.
bleem is, stop dan met het gebruik, schakel het uit en neem
contact op met de leverancier.
moeten worden uitgevoerd door gespecialiseerde en bevoeg-
de technici, of worden aanbevolen door de fabrikant.
peld van de stroomtoevoer en volledig is afgekoeld.
kan beschadigen.
apparaat tijdens het verplaatsen los van de voeding en houd
het aan de onderkant vast.
Problemen
Mogelijke oorzaak
Het apparaat wordt
- De stekker is niet
niet ingeschakeld.
goed aangesloten
op het stopcon-
tact.
- De knop Aan/
stand-by (1) is
niet ingedrukt.
De koelventilator
- Dit is normaal.
werkt zelfs nadat
De koelventilator
het apparaat in de
blijft enige tijd in
stand-bymodus is
stand-bymodus
gezet.
draaien om alle
interne elemen-
ten af te koelen.
Mogelijke oplos-
sing
- Controleer of de
stekker goed is
aangesloten.
- Druk op de knop
Aan/stand-by (1)
om de werking te
starten.
- Wacht tot de
koelventilator
stopt met
draaien.