Apparaat
Ingangen
DI 11
337–368
DI 12
369–400
DI 13
401–432
DI 14
433–464
DI 15
465–480 [1]
DI 16 [2]
497–528
DI 17
529–560
DI 18
561–592
DI 19
593–624
DI 20
625–656
DI 21
657–688
DI 22
689–720
DI 23
721–752
DI 24
753–784
DI 25
785–816
DI 26
817–848
DI 27
849–880
DI 28
881–912
DI 29
913–944
DI 30
945–976
[1]
Ingangen 17 tot 32 van uitbreiding 15 kunnen niet gebruikt
worden.
U kunt niet meer dan 15 uitbreidingen op één systeemdatabus
[2]
aansluiten. Om meer LAN-modules op een controlepaneel aan te
sluiten, is het noodzakelijk om ATS4500A(-IP) met ATS670
tweede RS485 LAN-uitbreidingsmodule te installeren.
Sabotage
Twee rubberen drukknoppen voorkomen dat er kan worden
gesaboteerd bij de voorbehuizing en de achterwand. Om de
sabotagestatus van een DI te wissen, moeten beide sabotage-
ingangen worden verzegeld. De behuizing moet worden
bevestigd op een vlak oppervlak met de afdekking gesloten.
Als een van de sabotage-ingangen open is, is de
sabotagestatus van de DI actief.
Relais
De ontvanger beschikt over een NO-NC relais, welke gebruikt
kan worden voor bedrade sturingen. Dit is het eerste
uitgangsnummer van de DI. Raadpleeg de
programmeerhandleiding van het controlepaneel voor meer
informatie.
De relais is voor uw gemak verbonden aan uitgang J6 met
Normally open en Normally closed-verbindingen.
De relais kan in drie verschillende modi worden geconfigureerd
om verschillende toepassingen te ondersteunen. Gebruik
jumper J5 om de modus te selecteren die bij uw behoeften
past. Zie Afbeelding 6.
•
Geen jumper (fabrieksinstelling): Droog contact op de
uitgangaansluiting. Maximale belasting is 30 VAC bij
1 A of 30 VDC bij 1 A.
•
Jumper tussen − en C: Aardbus voor uitgangaansluiting bij
doorgaans 0 V. Overschrijd de relaisspanning van 30 VAC
bij 1 A of 30 VDC bij 1 A niet
32 / 52
•
Uitgangen
337–368
369–400
401–432
433–464
Programmering
465–496
497–528
Configureer de DI eerst als deze is aangesloten op een
529–560
Advisor Advanced-controlepaneel. Gebruik programmeermenu
'2 Devices' (Apparaten).
561–592
Voeg vervolgens een geschikte draadloze ingang toe en
593–624
configureer deze met menu '4.1 Zones' (Ingangen). Voeg
625–656
bedrade ingangen toe en configureer deze als deze zijn
657–688
verbonden.
689–720
Raadpleeg de installatie- en programmeerhandleiding van
721–752
Advisor Advanced voor meer informatie.
753–784
Signaalniveau
785–816
U kunt de signaalsterkte van elke sensor controleren met
817–848
servicemenu 1. Raadpleeg de installatie- en
849–880
programmeerhandleiding van Advisor Advanced voor meer
881–912
informatie.
913–944
Om ervoor te zorgen dat de sensor wordt geïnstalleerd met
945–976
een efficiënt bereik van de draadloze DI, kan de installateur de
signaalsterkte van de laatste gebeurtenistransmissie van een
draadloze sensor op het GI-scherm weergeven.
De RSSI-indicator geeft het signaalniveau voor de
geselecteerde ingang weer als balkindicator.
Balkniveau 5 (IIIII) betekent een optimaal signaal,
balkniveau 0 is het zwakste signaal.
De kwaliteitsniveaus van de verbinding worden bij benadering
weergegeven in Tabel 2 hieronder.
Tabel 2: RSSI-waarden
Waarde
(dBm)
<−99
−98 tot −85
−84 tot −69
−68 tot −53
−52 tot −37
>−37
Opmerking:
ten zeerste aanbevolen om een signaalniveau van minimaal
balkniveau 2 aan te houden, wat gelijkstaat aan een waarde
tussen -84 en -69 dBm.
Jumper tussen C en +: Busspanning voor
uitgangaansluiting bij doorgaans 12 tot 13 VDC. Maximale
belasting bij 12 V is een totale spanning van 700 mA. Dit
is inclusief alle verbonden apparaten en
uitbreidingsmodules. Overschrijd de relaisspanning niet.
Schermbalk-
Ontvangen signaal
indicator
[...........]
Signaal is onvoldoende. De sensor
werkt niet.
Verplaats de ontvanger.
[.I.........]
Zwak signaal. De sensor werkt mogelijk
wel, maar het gebruik wordt niet
aanbevolen, omdat het draadloze
apparaat RF-supervisie fouten
veroorzaakt.
[.I.I.......]
Gemiddeld signaal. De sensor werkt,
maar de supervisie voor dit RF-
apparaat moet mogelijk worden
uitgeschakeld.
[.I.I.I.....]
Goed signaal.
[.I.I.I.I...]
Sterk signaal.
[.I.I.I.I.I.]
Uitstekend signaal.
Voor een betrouwbare communicatie wordt het
P/N 466-2938-ML • REV D • ISS 20JAN21