De lengte van de behuizing moet zo worden gekozen dat de machine tijdens het gebruik wordt gekanteld en de bediener de
borstel vrij aan de hoofd- en extra handgrepen kan vasthouden.
Aanpassing borstelrotatiesnelheid (X)
De snelheid wordt ingesteld met behulp van de knop aan de bovenkant van de behuizing. De pijlen op de knop geven de draai-
richting van de knop aan om de draaisnelheid te verhogen en te verlagen.
De voorbereiding van de werkplek
Voordat u met het werk begint, moet u de werkplek voorbereiden. Rond de werkplek moet een veiligheidszone van ten minste 15
m worden ingesteld waartoe omstanders geen toegang hebben. Zorg ervoor dat er zich geen obstakels rond de werkplek bevin-
den die een botsing kunnen veroorzaken met de bediener of de machine tijdens het gebruik. Verwijder alle losse voorwerpen die
door de roterende borstel kunnen worden opgevangen en die de machine kunnen beschadigen of die met hoge snelheid kunnen
worden uitgeworpen.
Aansluiting op de stroomvoorziening
De machine wordt geleverd met slechts een kort netsnoer. Gebruik een elektrisch verlengsnoer voor de juiste voeding van de
machine. De isolatie van het verlengsnoer moet van rubber zijn van ten minste type H05RNF, of van polyvinyl (PVC), ten minste
type H05VVF.
Gebruik, gezien de aard van de werking van de machine, altijd kabels die geschikt zijn voor gebruik buitenshuis. De stroomkabel
moet een enkele aansluiting hebben die overeenkomt met de stekker van de machine. Het is verboden om de stekker of het
stopcontact op enigerlei wijze te wijzigen om deze in elkaar te laten passen. De elektrische parameters van de voedingskabel
moeten overeenkomen met de elektrische parameters van de apparatuur zoals vermeld op het typeplaatje. Houd er rekening mee
dat de doorsnede van de voedingskabel afhankelijk is van de lengte van de kabel. Neem de volgende richtlijnen in acht voor de
doorsnede van de netsnoerdraden:
- 1,0 mm
– kabellengte niet groter dan 40 m.
2
- 1,5 mm
– kabellengte niet groter dan 60 m.
2
- 2,5 mm
2
- kabellengte niet groter dan 100 m.
Let op de voedingskabel bij de voorbereiding op het werk en tijdens het gebruik. Bescherm de voedingskabel tegen water,
vocht, oliën, warmtebronnen en scherpe voorwerpen. Leg de kabel zo, dat hij niet binnen het bereik van het snijelement valt. Het
doorsnijden van de kabel kan leiden tot een elektrische schok, wat kan leiden tot ernstig letsel of de dood. Zorg ervoor dat u niet
verstrikt raakt in de kabel. Dit kan leiden tot een val en ernstige verwondingen.
Overbelast de voedingskabel niet, maak de kabel niet te strak. Trek niet aan de kabel tijdens het verplaatsen van het apparaat.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact door aan de behuizing van het stopcontact te trekken, trek nooit aan de kabel.
Er zit een gat in het handvatdeksel waardoor de lus van de verlengkabel moet worden geplaatst en vervolgens moet de lus aan
de haak in het handvat worden gehaakt. Sluit pas daarna de stekker aan op het stopcontact van de verlengkabel (XI). Door deze
verbinding te maken, wordt het risico op het breken van het netsnoer uit de behuizing van de machine, bijvoorbeeld in het geval
van een plotselinge schok, tot een minimum beperkt.
Starten en stoppen
Zorg ervoor dat de machine is aangesloten en dat de borstel niet in contact komt met de grond of een ander object. Neem een
houding aan die evenwicht garandeert. Houd de hoofdgreep vast met één hand. Houd de bijkomende handgreep vast met de
andere hand. Houd de schakelaarvergrendeling (XII) in deze stand en druk dan op de schakelaar; hierdoor start de machine. De
schakelaar kan niet worden vergrendeld in de aan-stand. Na het starten van de machine laat je de druk op het schakelaarslot
(XIII) los.
De machine stopt als de druk op de schakelaar wordt opgeheven. De borstel draait nog enige tijd nadat de motor is gestopt met
draaien. Het is verboden de borstel te stoppen door hem tegen de grond of tegen een ander voorwerp te drukken.
Wanneer de borstel volledig is gestopt, koppelt u de machine los van de voeding door de stekker uit het stopcontact te trekken.
Ga dan verder met het onderhoud.
Werken met een elektrische borstel
Niet laten werken bij lage snelheid of tijdens het opstarten.
Leid de machine over de grond met het wiel zodat de borstel in de opening tussen bijvoorbeeld straatstenen draait.
Gebruik een brede borstel om grotere oppervlakken, bijv. vloeren, schoon te maken.
Gebruik een metalen borstel om openingen in harde stenen, bijv. graniet, of op metalen oppervlakken te reinigen. Gebruik plastic
borstels om zachte keramiek, hout en samengestelde producten te reinigen.
Wees bijzonder voorzichtig bij het reinigen van spleten in de buurt van bomen of muren van gebouwen. De borstel kan de boom
of de muur van het gebouw beschadigen.
O O R S P R O N K E L I J K E
NL
I N S T R U C T I E S
81