INSTELLINGEN
Instelling van de spanning van het garen
Als tijdens het naaien het garen breekt, is de spanning van het garen te hoog.
Als tijdens het naaien kleine lussen ontstaan, is de spanning van het garen te laag.
In beide gevallen moet de spanning van het garen worden afgesteld (zie hieronder).
Afstelling van de spanning van het bovenste
garen
Advies
Een spanning van het bovenste garen die gelijk is aan 3-4 is voor de meeste garens ideaal.
De spanning wordt gegenereerd door de schijven waardoor het garen loopt, dat vervolgens min of
meer wordt gewreven. De druk op deze schijven wordt afgesteld door de spanningsregelaar van
het bovenste garen (9).
Een hoger getal komt overeen met een hogere spanning.
De spanning van het bovenste garen wordt geactiveerd door de naaivoet te laten zakken.
Er zijn verschillende redenen waarom u de spanning moet aanpassen. Afhankelijk van de gebruikte
stof moet bijvoorbeeld een verschillende spanning worden ingesteld.
De benodigde spanning hangt af van de stijfheid en dikte van de stof, hoeveel lagen stof er moeten
worden genaaid en het type steek dat moet worden gekozen.
Zorg ervoor dat de spanning van het bovenste en onderste garen gelijk is; anders kunnen er
kreuken op de stof ontstaan.
Voor elk naaiwerk is het raadzaam een test uit te voeren op een lapje stof.
236
236