BEGINNEN MET NAAIEN
Algemene informatie
— Zet de On/Off schakelaar (19) in de I stand.
— Als u van steek verandert, moet u de naald altijd in de hoogste stand zetten.
— Leid de stof voldoende onder de naaivoet (13).
Laat het bovenste en onderste garen ongeveer 10 cm aan de achterkant uitsteken.
— Verlaag de hendel van de naaivoet (16).
Houd het garen stevig vast met uw linkerhand, draai het handwiel (22) naar u toe
breng de naald naar het punt van de stof waar u wilt beginnen met naaien.
— Bedien het voetpedaal: hoe vaker u deze indrukt hoe sneller de naaimachine naait.
Bij het naaien moet u de stof voorzichtig met uw hand geleiden.
— Om het naaiwerk te bevestigen dient u een aantal steken achteruit te naaien door de
hendel voor achteruit naaien in te schakelen (8).
Advies
Als u bijvoorbeeld niet zeker weet of u de juiste spanning van het garen of de juiste steek gebruikt, kunt
u de instellingen op een lapje stof uitproberen.
De stof beweegt automatisch onder de naaivoet en mag niet met de hand worden vastgehouden of
getrokken, maar moet voorzichtig worden geleid zodat het naaiwerk in de gewenste richting gaat.
238
238