10
NL
1. CONTROLES UIT TE VOEREN
IJDENS HET WERKEN
• Controle van de kettingspanning
Tijdens het werk ondergaat de ketting een progressieve
verlenging. De spanning moet dus regelmatig gecon-
troleerd worden.
BELANGRIJK
ode (of na de vervanging van de ketting), moet deze con-
trole vaker uitgevoerd worden, wegens de aanpassing
van de ketting.
LET OP!
te los zit, om geen gevaarlijke situaties te creëren
wanneer de ketting uit de geleiders komt.
Om de kettingspanning te regelen, ga te werk zoals aan-
gegeven in Hoofdstuk 5.2.
• Controle van de oliestroom
BELANGRIJK
der smering! Het olieniveau in het reservoir is zichtbaar
door de doorschijnende indicator. Zorg ervoor dat de olie
in het reservoir voor elk gebruik van de machine aange-
vuld wordt.
LET OP!
de ketting goed op hun paats zitten wanneer de olie-
toevoer gecontroleerd wordt.
Start de motor en controleer of de olie van de ketting ver-
spreid wordt zoals aangegeven in de figuur (Afb. 13).
• Stop tijdens het bedrijf (Enkel voor C 2.2 E/ET
SE 2216 / 2216 Q - A 220 EQ)
Deze machine is voorzien van een bescherming tegen
overbelasting, met een schakelaar. Indien de ketting ge-
blokkeerd wordt (bijvoorbeeld door blokkering van de
snij-inrichting, door vervuiling van de tanden van de ket-
ting of overbelasting in de snit), onderbreekt de overbe-
lastingsschakelaar automatisch de toevoer van de
stroom, om de elektrische zaag te beschermen.
BELANGRIJK
de ontkoppelingsstroom de 30-35 A overschrijdt, en kan
handmatig hersteld worden door 30 seconden na de vol-
ledige afkoeling op de daarvoor bestemde toets (*1.15)
te drukken.
Tijdens de eerste gebruiksperi-
Werk niet met een ketting die
De machine niet gebruiken zon-
Zorg ervoor dat het blad en
De schakelaar springt af wanneer
GEBRUIK VAN DE MACHINE
2. GEBRUIKSWIJZEN EN SNIJTECHNIEKEN
Vooraleer de machine voor de eerste keer te gebruiken
voor het vellen of snoeien van een boom, oefent u best
op houtblokken op de grond of bevestigd op een steun,
om voldoende vertrouwd te raken met de machine en de
meest geschikte snijtechnieken.
LET OP!
chine altijd stevig vastgehouden worden met beide
handen.
LET OP!
wanneer de ketting zich tijdens het werk blokkeert.
Let altijd op voor mogelijke terugslagen (kickback)
wanneer het blad in contact komt met een hinder-
nis.
• Een boom vellen
– Als twee of meer personen tegelijk aan het vellen en
doorzagen zijn, dan moeten deze werkzaamheden
op verschillende plaatsen gebeuren, op een afstand
van minstens 2 maal de hoogte van de gevelde boom.
Geen bomen vellen waardoor er personen in gevaar
gebracht worden of er elektriciteitsleidingen geraakt
zouden kunnen worden of waardoor er wat voor an-
dere schade dan ook aangericht zou kunnen worden.
Als de boom met een elektriciteitsleiding in aanraking
mocht komen moet u meteen contact opnemen met
het elektriciteitsbedrijf.
– De bediener van de kettingzaag moet boven de plaats
gaan staan waar de boom waarschijnlijk naartoe zal
rollen of zal vallen als hij geveld is.
– Zorg voor vluchtwegen vrij van hindernissen voor te
beginnen met zagen. De vluchtweg moet diagonaal
achter de geplande valrichting liggen, zoals afgebeeld
in Afb. 15.
– Voor een boom te vellen moet rekening gehouden
worden met de natuurlijke valrichting van de boom,
met de kant waar de takken het grootst zijn en met de
windrichting om te kunnen beoordelen hoe de boom
gaat vallen.
– Verwijder vuil, stenen, stukken schors, spijkers, nieten
en draden van de boom.
• Valkerf onderaan de boom
Maak een inkeping met een diepte van 1/3 van de stam-
diameter, haaks op de valrichting, zoals afgebeeld in Afb.
16.
Begin met de onderste horizontale zaagsnede.
Zo wordt er vermeden dat de zaagketting of het blad bij
de tweede zaagsnede ingeklemd wordt.
Tijdens het werk moet de ma-
Leg de motor onmiddellijk stil