Bediening
3.1 Druk de Aan/Uit-schakelaar van de accuschroevendraaier in en
schakel in op continubedrijf door de zijknop in te drukken.
Zorg ervoor, dat de draairichting op rechts en het draaimoment
op maximaal vermogen ingesteld is.
De zetautomaat IF240-B is bedrijfsgereed.
3.2 Zet het apparaat stil met de punt van de schoen op de stopcilinder en kantel het
apparaat terug. Duw het apparaat met de voet naar voren tot aan het bevestigings-
punt.
3.3 De zwarte lijn is uw zijdelingse oriëntatie tot de trapeziumplaat.
3.4 De afstand van de dakstrookrand tot aan de schijfrand moet minimaal 10 mm (1/2")
bedragen (zie afbeelding). Houd de legvoorschriften van de dakstrookfabrikant in
acht.
3.5 De aanwijsnippel dient als oriëntatiehulp voor de randbevestiging van dakstroken.
Voor het transport in de kist wordt deze nippel er afgeschroefd. De aanwijsnippel
kan door losschroeven verschoven en zo flexibel geplaatst worden. Na nieuwe
positionering weer vastschroeven.
3.6 Druk de dubbele handgreep met beide handen tot aanslag naar beneden.
Voor mogelijke gevaren die bij de hantering van de accu's en de oplader
kunnen ontstaan, verwijzen wij uitdrukkelijk naar de eveneens meegeleverde
originele bedrijfs- en veiligheidsvoorschriften van de fa. FEIN.
WAARSCHUWING!
Snijwonden!
Bij het verwijderen van een vastgeklemde bevestiger is er gevaar voor snij- en
kneuswonden. Verwijder de bevestiger voorzichtig en draag de veiligheidsuit-
rusting.
3.1
3.4
122
3.2
3.5
3.3
3.6
max