Dit li-ion-gereedschap heeft een "zachte start"-functie.
Als u de machine start, loopt hij na ongeveer 3
seconden met volle snelheid.
Als de machine niet start, verwijdert u het accupack en
controleert u de grasmaaier om ervoor te zorgen dat:
•
er geen gras klem zit rondom het mes.
•
het mes ongehinderd met de hand kan worden
gedraaid.
4.2
STOP HET GEREEDSCHAP
Afbeelding 9.
1. Laat de borgschakelaar los om het gereedschap uit
te schakelen.
WAARSCHUWING
NL
Wacht totdat de messen volledig stoppen voordat u
het gereedschap opnieuw start. Zet het gereedschap
niet snel uit en aan.
WAARSCHUWING
Verwijder altijd de veiligheidssleutel en het accupack
nadat u klaar bent met de werkzaamheden.
4.3
BEDIEN HET
ZELFAANDRIJVINGSSYSTEEM
Afbeelding 9.
1. Start het gereedschap.
2. Terwijl u de borgschakelaar vasthoudt, drukt u de
hendel voor de zelfaandrijving in de richting van de
handgreep.
3. Houd de borgschakelaar en de hendel voor de
zelfaandrijving gelijktijdig vast met de rechterhand.
4. Stel de snelheidsregelknop in met uw linkerhand.
•
Druk de snelheidsregelknop in de richting van
het poemasymbool om de snelheid te verhogen.
•
Trek de snelheidsregelknop in de richting van
het schildpadsymbool om de snelheid te
verlagen.
5. Laat de hendel van de zelfaandrijving los om het
zelfaandrijvingssysteem uit te schakelen.
4.4
MAAK DE OPVANGZAK LEEG
Afbeelding 10.
1. Schakel het gereedschap uit.
2. Verwijder de veiligheidssleutel.
3. Verwijder de accu.
4. Open de achterklep en houd deze vast.
OPMERKING
Nederlands
5. Houd de grasopvanger vast aan het handvat en
maak hem los van de deurstang.
6. Sluit de achterklep.
7. Maak de opvangzak leeg.
4.5
GEBRUIK OP HELLINGEN
Maai niet op hellingen met een helling van meer dan
15°. Als u zich niet op uw gemak voelt, maai dan niet
op een helling.
Houd een lage snelheid van het
zelfaandrijvingssysteem als u op een helling maait.
•
Ga niet omhoog en omlaag op een helling wanneer
u over het vlak van de helling maait. Wees
voorzichtig als u de richting op een helling
verandert.
•
Houd de gaten, sporen, stenen en andere
verborgen voorwerpen waardoor u kunt vallen in de
gaten. Verwijder alle obstakels zoals stenen en
takken.
•
Zorg voor een stabiele stand. Als u niet in balans
bent, laat dan onmiddellijk de borgschakelaar los.
•
Maai niet in de buurt van steile hellingen, sloten of
taluds.
4.6
GEBRUIKSTIPS
•
Probeer niet de werking van de startknop of
veiligheidsschakelaar te overbruggen.
•
Kantel het gereedschap niet wanneer u het start.
•
Houd uw handen en voeten uit de buurt van de
draaiende onderdelen.
•
Houd de koker schoon.
•
Snijd geen nat gras.
•
Een hogere meshoogte is nodig voor nieuw of dik
gras.
•
Reinig de onderkant van de grasmaaier na elk
gebruik. Verwijder grasresten, bladeren,
verontreinigingen en ander vuil.
5
ONDERHOUD
Verwijder de veiligheidssleutel en het accupack uit het
gereedschap voordat u onderhoud uitvoert.
Zorg dat de motor en het accupack vrij zijn van gras,
bladeren of te veel vet.
48
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING