·
Laat het toestel na installatie 24 uur staan vooraleer het aan te zetten. Zo kan het koelmiddel zich
zetten.
·
Laat het apparaat gedurende 12 uur werken zonder levensmiddelen zodat de kast tot de gepaste
temperatuur afkoelt.
·
Voor oneffen oppervlakken kunnen de voorste stelvoetjes op één lijn worden gebracht.
·
De klimaatklasse geeft de minimale en maximale omgevingstemperatuur weer voor de goede
werking van een toestel. Je kan de klimaatklasse vinden op het typeplaatje aan de achterzijde van het
apparaat.
·
SN: Subnormaal: omgevingstemperatuur 10°C tot 32°C
·
N: Normaal: omgevingstemperatuur 16°C tot 32°C
·
ST: Subtropisch: omgevingstemperatuur 16°C tot 38°C
·
T: Tropisch: omgevingstemperatuur 16°C tot 43°C
GEBRUIK
TEMPERATUURREGELING
De diepvriezer wordt geregeld door een temperatuurregelaar die zich binnenin het apparaat bevindt. Stel
de regelaar op de gewenste positie in. Hoe hoger het getal, des te kouder de temperatuur. Stand 4 is de
aanbevolen positie voor normaal gebruik.
·
Het apparaat werkt niet in de positie 0 (het koelsysteem is uitgeschakeld), maar de voeding is dan niet
onderbroken.
·
De werkingstijd en –temperatuur worden beïnvloed door de plaats waar de diepvriezer wordt
gebruikt, het aantal keer dat de deur wordt geopend en de temperatuur van de kamer waar de
diepvriezer zich in bevindt.
BEWAARWIJZER
Richt je koelapparaat als volgt in voor de beste bewaring:
Compartiment diepvriezer
Bovenste lade
Middelste lade
Onderste lade
www.domo-elektro.be
Verhogen
Verlagen
16
Type voeding
Roomijs, diepvriesfruit, diepgevroren bakwaren
Diepvriesgroenten en -frieten
Rauw vlees, gevogelte, vis
7
DO91771R