3e
Maakt de keuze van het las proces mogelijk
2 fasen
4 fasen
Bilevel
3f
Pulserende stroom
CONSTANTE stroom
PULSERENDE stroom
Fast Pulse
3g
Pulserende stroom
CONSTANTE stroom
PULSERENDE stroom
AC/DC mix
3.3.1 Set up
Zorgt voor het instellen en regelen van een serie extra parame-
ters voor een betere en meer nauwkeurige controle van het las-
systeem. De instelling van de parameters is afhankelijk van het
geselecteerde lasproces en hebben een numerieke codering.
Beginnen met de set up: door de codeerknop 5 seconde in te
drukken.
Selectie en instelling van de gewenste parameters: door de
codeerknop te draaien totdat de numerieke code voor de para-
meter weergegeven wordt. Als de codeerknop op dat moment
wordt ingedrukt wordt de ingestelde waarde voor deze parame-
ter weergegeven en ingesteld.
Set up verlaten: om het gedeelte 'regeling' te verlaten de
codeerknop opnieuw indrukken.
Om de set up te verlaten: ga naar parameter "O" (opslaan en
afsluiten) en druk op de codeerknop.
Lijst parameters in de set up (MMA)
0
Opslaan en afsluiten
Om de wijzigingen op te slaan en de parameter te ver-
laten.
1
Reset
Om alle parameter weer op de fabrieksinstelling terug
te brengen.
3
Hot start
Voor het regelen van de waarde van de hot start in
MMA. Voor een min of meer warme start in de fases
van de ontsteking van de boog wat de startprocedure
makkelijker maakt.
Uitgedrukt in percentage (%) van de lasstroom.
Minimaal uit, maximaal 500%, fabrieksinstelling 80%
7
Lasstroom
Voor het afstellen van de lasstroom.
Uitgedrukt in Ampères (A)
Minimaal 3A , maximaal Imax, fabrieksinstelling 100A
8
Arc force
Voor het regelen van de waarde van de Arc force in
MMA. Voor een min of meer krachtige dynamische
reactie tijdens het lassen waardoor het werken voor de
lasser gemakkelijker wordt.
Door de waarde van de arc-force te verhogen wordt de
kans op vastkleven van de electrode verlaagd.
Uitgedrukt in percentage (%) van de lasstroom.
Minimaal uit, maximaal 500%, fabrieksinstelling 30%
204
Dynamic power control (DPC)
Maakt het mogelijk de gewenste V/A karakteristiek te
selecteren.
I =C Constante boog
De toe- of afname van de booglengte heeft geen effect
op de lasstroom.
Basisch, Rutiel, Acid, Staal, Gietijzer
1÷20* Afbouwende karakteristiek met slopeafstelling
De verlenging van de booglengte heeft een verlaging
van de lasstroom tot gevolg (en omgekeerd) dit in de
verhouding ampere staat tot voltage van 1 tot 20.
Cellulose, Aluminium
P = C* Wet van behoud van energie
De verlenging van de booglengte veroorzaakt een vela-
ging van de lasstroom (en omgekeerd) en wel volgens
de formule V·I= K.
Cellulose, Aluminium
312
Spanning booguitschakeling
Voor het instellen van de waarde van de spanning om
de elektrische boog wordt uitgeschakeld.
worden de werkomstandigheden die zich voordoen
beter beheerst.
Bij het puntlassen bijvoorbeeld zorgt een lage waarde
van de spanning voor een minder grote vlam als de elek-
trode van het werkstuk wordt verwijderd waardoor spat-
ten, verbranding en oxidatie van het werkstuk afnemen.
Worden er echter elektroden gebruikt waarvoor een
hoge spanning noodzakelijk is, adviseren wij u een hoge
drempelwaarde in te stellen om te voorkomen dat de
boog tijdens het lassen dooft.
Stel de spanning voor het uitschakelen van de
boog nooit hoger in dan nul lading spanning van
de stroombron.
Parameter ingesteld op Volt(V).
Minimaal OV, maximaal 99,9V, fabrieksinstelling 57V.
500
Maakt het kiezen van de gewenste grafische interface
mogelijk:
XE (eenvoudige modus)
XA (gevorderde modus)
XP (professionele modus)
Hierdoor
145