• Controleer na het installeren dat er geen koelmiddel lekt. Wanneer
ontsnapt gasvormig koelmiddel in de buurt of in contact komt met
open vuur, zoals bij een gasfornuis, kunnen giftige gassen worden
gevormd.
• Na het installeren of verplaatsen van de airconditioner volgt u de
aanwijzingen in de installatiehandleiding voor het volledig ontluchten
van de leidingen, zodat er in het koelsysteem geen ander gas
overblijft dan alleen het koelmiddel. Bij onvolledig ontluchten kan de
airconditioner niet goed functioneren.
• Gebruik stikstofgas voor de test op luchtdichtheid.
• De oplaadslang moet zo worden aangesloten dat deze niet slap hangt.
Elektrische bedrading
• Alleen een bevoegd installateur (*1) of een bevoegd
onderhoudsmonteur (*1) mag elektrische werkzaamheden aan de
airconditioner verrichten. Onder geen voorwaarde mag dit werk
worden verricht door een onbevoegde, aangezien fouten of
vergissingen kunnen leiden tot elektrische schokken en/of kortsluiting
of lekstroom.
• Bij het aansluiten van de stroomdraden, het repareren van elektrische
onderdelen of het verrichten van andere elektrische werkzaamheden
dient u handschoenen te dragen ter bescherming tegen elektrische
stroom en isolerend schoeisel en kleding die bescherming biedt
tegen elektrische schokken. Als u dergelijke beschermende kleding
niet draagt, loopt u de kans op elektrische schokken.
• Gebruik bedrading die voldoet aan de specificaties in de
installatiehandleiding en de ter plaatse geldende voorschriften en
wetten. Het gebruik van bedrading die niet voldoet aan de
specificaties kan resulteren in elektrische schokken, kortsluiting en
lekstroom, rookontwikkeling en/of brandgevaar.
• Verbind een aardedraad. (aardaansluitingen)
Een onvolledige aarding kan een elektrische schok veroorzaken.
• Sluit aardedraden niet aan op gasleidingen, waterleidingen,
bliksemafleiders of aardkabels voor telefoons.
• Na het voltooien van de verplaatsing of het reparatiewerk dient u te
controleren of de aardleidingen naar behoren zijn aangesloten.
• Installeer een stroomonderbreker die voldoet aan de specificaties in de
installatiehandleiding en de ter plaatse geldende voorschriften en wetten.
• Installeer de stroomonderbreker op een plaats waar die goed
toegankelijk is voor de gebruiker.
• Als u de stroomonderbreker buitenshuis aanbrengt, let dan goed op
dat het een specifiek voor buitengebruik geschikt type is.
69-NL
– 35 –
• In geen geval moet de voedingsdraad of de binnen- en
buitenverbindingskabel in het midden worden aangesloten
(verbinding met behulp van soldeervrije aansluiting, enz.)
Aansluitprobleem op de plaatsen waar de kabel in het midden is
aangesloten, kan tot rookontwikkeling en/of brandgevaar leiden.
• Werkzaamheden met elektrische bedrading moeten altijd worden
uitgevoerd in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving,
wetten en de installatiehandleiding.
Doet u dit niet, dan kan dat leiden tot elektrocutie of kortsluiting.
Testen
• Nadat u de werkzaamheden hebt voltooid dient u voor het
inschakelen van de airconditioner eerst te controleren of de afdekking
van de elektrabox van de binnenunit en het onderhoudspaneel van
de buitenunit zijn gesloten en de circuitonderbreker op ON (in de
AAN-stand) is gezet. Als u de stroom inschakelt zonder eerst deze
punten te controleren, kunt u een elektrische schok krijgen.
• Indien er iets mis is met de airconditioner (wanneer u een foutmelding
ziet of een brandlucht ruikt, vreemde geluiden hoort of wanneer de
airconditioner niet koelt of verwarmt, of wanneer er water uit lekt),
raak dan de airconditioner niet aan, maar zet de schakelaar in de
OFF-stand en neem contact op met een bevoegd
onderhoudsmonteur. Neem de nodige maatregelen om te voorkomen
dat het apparaat wordt ingeschakeld (schrijf bijvoorbeeld "defect"
dichtbij de stroomonderbreker e.d.) totdat de bevoegde
onderhoudsmonteur arriveert. Het voortzetten van het gebruik van de
airconditioner terwijl er iets mis mee is, kan leiden tot ernstige
mechanische defecten, elektrische schokken en andere problemen.
• Nadat het werk is voltooid, dient u met een isolatietester (500 V
Megger) te controleren of de weerstand 1 MΩ of meer bedraagt
tussen de stroomvoerende delen en het niet-stroomvoerende
metalen deel (aardingsdeel). Als de weerstandswaarde te gering is,
kan er kortsluiting, lekstroom of een elektrische schok optreden aan
de gebruikerskant.
• Na voltooiing van het installatiewerk controleert u of er geen
koelmiddel lekt, of de waterafvoer in orde is en controleert u de
weerstand van de isolatie. Vervolgens laat u de airconditioner
proefdraaien, om te zien of het apparaat goed werkt.
70-NL