de instelknop van de camera. Wanneer u de instelknop van de
camera gebruikt, moet u het diafragma instellen op de kleinst
mogelijke diafragmavergrendeling (L) (Afb. 6).
Bij de stand P of S moet u het diafragma instellen met de
instelknop van de camera.
Als u andere Nikon camera's gebruikt
a
Zet shift en tilt op 0 door aan de shift- en tiltknoppen te draaien. (Afb. 2)
b
Zet de belichtingsstand van de camera op M.
c
Druk op de diafragmeerknop om het diafragma helemaal te
openen, stel de diafragmaring op '2,8' (maximale opening), en
stel de sluitertijd in voor de juiste belichting.
d
Selecteer het gewenste diafragma door aan de diafragmaring te
draaien, en verander de sluitertijd met hetzelfde aantal stappen.
• Het instellen van de diafragmaring op de kleinst mogelijke
diafragmavergrendeling (L) zet het diafragma vast op f/32
(kleinst mogelijke diafragma) (Afb. 6).
• Stel het diafragma in met de diafragmaring van het objectief,
ook al gebruikt u een camera die vereist dat diafragma wordt
ingesteld met de instelknop. Op een camera dat het menu voor
persoonlijke instelling 'diafragma instellen met de diafragmaring
van het objectief' heeft, is deze instelling niet nodig.
Belichting bepalen (met een externe belichtingsmeter)
a
Zet shift en tilt op 0 door aan de shift- en tiltknoppen te draaien. (Afb. 2)
b
Zet de belichtingsstand van de camera op M.
c
Selecteer het gewenste diafragma door gebruik te maken van de
diafragmaring van het objectief of de instelknop van de camera, voer
vervolgens de diagfragmawaarde op het LCD-scherm van de camera in op
de externe belichtingsmeter om de belichting te bepalen, en stel daarna de
sluitertijd in. Als u de diafragmawaarde niet op het LCD-scherm van de
camera kunt aflezen of als u de belichtingswaarde niet kunt bepalen omdat
de camera geen LCD-scherm heeft, kiest u een sluitertijd die geschikt is
voor het f-getal (p. 254). Met dit objectief zal de helderheid van het beeld
op de film (beeldgevoeligheidsinrichting) 1 stap minder worden en het
effectieve f-getal 1 stap meer worden bij de kortste scherpstelafstand.
• Als u een andere camera dan de D4, D3-serie, D800-serie, D700,
D300-serie, D90, D7000, D5100, D5000, D3200, D3100 of D3000
gebruikt, moet u het diafragma instellen met de diafragmaring van
het objectief, ook al gebruikt u een camera die vereist dat diafragma
wordt ingesteld met de instelknop. Op een camera dat het menu
voor persoonlijke instelling 'diafragma instellen met de diafragmaring
van het objectief' heeft, is deze instelling niet nodig.
Nl
137