MCS5, MCH10, MCS15
De programmamodus wordt gebruikt om de operationele parameters van het
systeem aan te passen aan de bijzondere behoeften van de individuele ge-
bruikers. De programmeermodus wordt ook gebruikt om het aircosysteem
aan te passen aan de meest efficiënte werking binnen een installatie.
Variabelen zoals de leidingen, sensorlocatie en systeemontwerp beïnvloe-
den de werking van het systeem. Het maritieme aircosysteem wordt geleverd
met de standaard fabrieksinstellingen, die zijn opgeslagen in het permanente
geheugen en op ieder moment kunnen worden teruggezet.
7.4
Bedienen van het maritieme aircosysteem
A
LET OP!
Schakel de eenheid niet uit en meteen weer aan. Wacht minimaal
30 s voor de drukvereffening van het koudemiddel.
I
INSTRUCTIE
Als u het maritieme aircosysteem ingeschakeld, druk dan op de
aan/uit-knop en laat deze meteen weer los om te voorkomen dat
u per ongeluk naar de programmeermodus gaat.
Als u per ongeluk in de programmeermodus komt, dan wijzigt bij
het indrukken van de omhoog- of omlaag-knop de parameterin-
stelling van P-1, hetgeen ertoe kan leiden dat het systeem niet
goed werkt.
➤ Druk kort op de aan/uit-knop (afb. 1 1, pagina 2) om het systeem in te
schakelen.
✓ Op het scherm verschijnt de kamertemperatuur als het systeem is inge-
schakeld en het scherm is leeg als het systeem is uitgeschakeld.
➤ Druk op de omlaag-knop (afb. 1 3, pagina 2) of de omhoog-knop
(afb. 1 5, pagina 2) om de gewenste instelwaarde te selecteren.
✓ Op het scherm verschijnt de kamertemperatuur als het systeem is inge-
schakeld en het scherm is leeg als het systeem is uitgeschakeld.
✓ De thermostaat is nu ingesteld om een constante temperatuur aan te
houden.
➤ Stel de gewenste huttemperatuur in door het indrukken van de omhoog-
of omlaag-knop.
De instelwaarde kan worden bekeken door een moment op de omhoog-
of omlaag-knop te drukken en deze weer los te laten.
NL
Bediening
195