Programmeren
MCS5, MCH10, MCS15
P-6: Faalveilig-niveau
Er zijn vier faalveilig-niveaus (zie „Codes voor faalveilig en het verhelpen van
fouten" op pagina 211).
P-7: Uitschakeling bij lage AC-spanning
Gebruik deze functie voor het uitschakelen van de eenheid als de spanning
daalt tot een gevaarlijk laag niveau.
Deze functie is standaard uitgeschakeld, maar kan worden ingesteld van 175
tot 205. Deze functie werkt meteen bij het opstarten, maar er is een vertra-
ging van 5 min nodig voor het weergeven van de fout, om overbelasting te
voorkomen.
De foutcode is „LAC".
P-8: Antivriescyclus
Het maritieme aircosysteem is uitgerust met een antivriescyclus om te voor-
komen dat de verdamperspoel bevriest tijdens lange periodes van koelwer-
king. Installatievariabelen zoals roosterafmetingen, lengte van de leidingen,
isolatie R-factoren en omgevingstemperaturen bepalen de tijd waarin binnen
de koelmodus de instelwaarde wordt bereikt. De klanten kunnen door hun
gebruik deze tijd aanmerkelijk verlengen door het systeem te laten werken
met open luiken en deuren.
Door het programmeren van onrealistische instelwaarden (bijv. 65 °F/
18,3 °C) en het open laten staan van de hutdeur kan de verdamper bevrie-
zen op warme en vochtige dagen.
Het ontvriezen wordt gerealiseerd door het gebruik van een algoritme dat de
luchttemperatuur in de hut nauwkeurig bewaakt door deze tijdens de koelcy-
clus om de 10 mm te meten.
De antivriesfunctie kent twee verschillende, selecteerbare gedragsmodi als
deze wordt gebruikt met de in het bedieningspaneel ingebouwde kamertem-
peratuursensor. Het systeem probeert de temperatuurverschillen die de
frontplaatsensor kan detecteren te compenseren. Hoewel dit verschil niet ty-
pisch is, kunnen installatievariabelen zoals de plaats waar het bedieningspa-
neel in de hut is geplaatst (bijv. naast een open deur of in direct zonlicht) de
nauwkeurigheid van de detectie van de actuele huttemperatuur beïnvloeden.
Standaard is P-8 ingesteld op „1" (AAN). Hierbij gaat het algoritme ervan uit
dat de frontplaatsensor de huttemperatuur 5 °F (2,8 °C) hoger detecteert dan
de actuele verdampertemperatuur.
204
NL