6. Bodemplaat-verw.
Selecteer of een onderplaat-verwarming is geïnstalleerd of niet.
Als Ja is ingesteld, selecteer dan of verwarming A of B wordt gebruikt.
A: Schakelt de verwarming alleen in bij de stand ontdooien
B: Schakelt de verwarming in als de unit in de stand verwarmen staat
7. Alternatieve buitensensor
Stel Ja in als de buitensensor is geïnstalleerd.
Besturing door de optionele buitensensor zonder de buitensensor van de
warmtepompunit af te lezen.
8. Bivalente aansluiting
Stel dit in als de warmtepomp wordt gekoppeld met een boiler.
Sluit het startsignaal van de boiler aan op het aansluitblok van de boiler
(hoofdprintplaat).
Stel Bivalente aansluiting in op JA.
Voer daarna de instelling uit in overeenstemming met de instructies op de
afstandsbediening.
Het boiler-icoon wordt in het bovenste scherm van de afstandsbediening
weergegeven.
Na instelling van de bivalente aansluiting op JA zijn er twee opties die voor het besturingsschema kunnen worden geselecteerd (gereed
voor SG/automatisch)
1) Gereed voor SG (kan alleen worden ingesteld als optionele printplaat op JA is ingesteld)
- De ingang gereed voor SG van de optionele printplaat regelt AAN/UIT van de boiler en de warmtepomp volgens de hieronder
vermelde staat
SG-signaal
Vcc-bit1
Vcc-bit2
Open
Open
Gesloten
Open
Open
Gesloten
Gesloten
Gesloten
* Deze bivalente ingang gereed voor SG heeft hetzelfde aansluitblok als de aansluiting [14. Gereed voor SG]. Slechts één van beide
instellingen kan per keer worden ingesteld.
Als de een is ingesteld, wordt de andere op niet ingesteld gezet.
2) Automatisch (als optionele printplaat niet is ingesteld, wordt het bivalente besturingsschema standaard op automatisch gezet)
Er zijn 3 verschillende standen voor de werking in het automatische schema voor de boiler. De werking van elke stand wordt hieronder
weergegeven.
1 Alternatief (schakelt naar boilerfunctie als de temperatuur onder de ingestelde waarde zakt)
2 Gelijktijdig (schakelt boilerfunctie tevens in als de temperatuur onder de ingestelde waarde zakt)
3 Geavanceerd gelijktijdig (mogelijkheid voor een kleine vertragingstijd voor de boilerfunctie t.o.v. gelijktijdige stand)
Als de boilerfunctie "AAN" staat, het "boilercontact" is "AAN", dan zal "_"(underscore) onder het boiler-icoon worden weergegeven.
Stel de streeftemperatuur van de boiler in op dezelfde temperatuur als van de warmtepomp.
Als de boilertemperatuur hoger is dan de temperatuur van de warmtepomp kan er zonder installatie van een mengklep geen
zonetemperatuur worden bereikt.
Hiermee kan alleen een signaal worden verzonden om de boilerfunctie te regelen. Instelling van de werking van de boiler moet onder
verantwoordelijkheid van de installateur gebeuren.
Stand Alternatief
alleen werking boiler
-10 °C (instelling met afstandsbediening)
Fabrieksinstelling: Nee
Fabrieksinstelling: Nee
Fabrieksinstelling: Nee
Werkingsschema
Warmtepomp UIT, boiler UIT
Warmtepomp AAN, boiler UIT
Warmtepomp UIT, boiler AAN
Warmtepomp AAN, boiler AAN
alleen werking warmtepomp
Buitentemp.
Systeeminstellingen
Aansluiting tank
Aansluiting buffertank
Tankverwarming
Bodemplaat-verw.
Select
Systeeminstellingen
Aansluiting buffertank
Tankverwarming
Bodemplaat-verw.
Alternatieve buitensensor
Select
Systeeminstellingen
Tankverwarming
Bodemplaat-verw.
Alternatieve buitensensor
Bivalente aansluiting
Select
Stand Gelijktijdig
gelijktijdige werking boiler
en warmtepomp
-10 °C (instelling met afstandsbediening)
12:00am,Ma
Bevest.
12:00am,Ma
Bevest.
12:00am,Ma
Bevest.
alleen werking warmtepomp
Buitentemp.
117