• Bewaar de verpakking als u van plan bent uw apparaat in de
toekomst op te bergen.
• Bewaar de gebruikershandleiding voor toekomstig gebruik.
OPMERKING! Vanwege productieresten kan het apparaat tij-
dens de eerste paar keer gebruik een lichte geur afgeven. Dit is
normaal en duidt niet op een defect of gevaar. Zorg ervoor dat
NL
het apparaat goed geventileerd is.
Richtlijnen voor kruiden
1. Gebruik een helder kussentje van Scotch om roest of ruwe
plekken weg te schrobben.
2. Gebruik een milde afwasmiddel in een beetje warm water om
de beschermende transportcoating weg te schrobben. Veeg
alles daarna af met een schone, vochtige doek.
3. Zet het apparaat aan tot de maximale temperatuurinstelling.
Verwarm het oppervlak tot het donkerder wordt en verspreid
het vervolgens gelijkmatig over een dun laagje olie met een
schone en pluisvrije doek.
OPMERKING: Het gebruik van tangen of hittebestendige
handschoenen ter bescherming. Zorg ervoor dat u ook de
hoeken, zijkanten en buitenkant van het roosteroppervlak
hebt.
4. De olie begint binnenkort te roken. Verwarm het tot de rook
stopt.
5. Veeg nog een laagje olie af en herhaal stap 1 t/m 4 vier keer.
6. Schakel het apparaat uit en laat het oppervlak afkoelen tot
het nog warm is, maar veilig genoeg om aan te raken.
7. Gebruik een schone doek en veeg een laag voedselveilige wax
of gietijzeren conditioner gelijkmatig over het kookoppervlak.
Zet het apparaat aan tot 150 graden en verwarm het opper-
vlak nog eens 30 minuten.
8. Nu is het apparaat klaar voor gebruik.
Bedieningsinstructies
• De bakplaat is ontworpen voor het bakken van vlees, vis,
groenten, eieren, enz. De temperatuur kan worden ingesteld
tussen 50 °C en 300 °C.
• Zorg er eerst voor dat er voldoende ruimte rond het apparaat
is. Plaats het apparaat in een goed geventileerde ruimte en op
een stevige en vlakke ondergrond.
• Plaats vervolgens de lade op het apparaat.
• Sluit daarna de stekker aan op een geschikt stopcontact.
• Schakel het apparaat vervolgens in door op de aan/uit-scha-
kelaar te drukken. Stel de temperatuurregelknop in op de
gewenste temperatuur. (Temperatuurbereik 50°C tot 300°C).
De oranje verwarmingsindicator gaat branden.
• Wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt, gaat het oran-
je verwarmingslampje uit.
• Nu kunt u beginnen met het bakken van het voedsel.
LET OP! RISICO OP BRANDWONDEN!
• Om het voedsel te verwijderen, gebruikt u de draaier (niet
meegeleverd). Zorg ervoor dat u het oppervlak van de roos-
terplaat niet aanraakt en het oppervlak beschadigt.
• Schakel het apparaat na gebruik UIT door de aan/uit-schake-
laar in de UIT-stand te zetten.
• Koppel het netsnoer los van het stopcontact.
• Laat het apparaat volledig afkoelen voor reiniging en opslag
(zie ==> Reiniging en onderhoud).
OPMERKING:
• Plaats niet te veel voedsel tegelijk voor zelfs afstand en ko-
ken.
14
• Het apparaat bereikt de hoogste temperatuur in het midden.
De temperatuur aan de voor- en zijkant is lager. U kunt gefri-
tuurd voedsel toestaan om tijdelijk te worden geplaatst.
RESET de veiligheidsuitschakeling (Hi-limiter
of thermische uitschakeling)
(Afb. 2 op pagina 4)
Houd er rekening mee dat de RESET-knop is uitgerust met een
beschermkap om oververhitting te voorkomen.
• Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
• Laat het apparaat volledig afkoelen.
• Schroef de beschermdop van de RESET-knop los.
• Druk op de RESET-knop van de Hi-limiter (thermische uit-
schakeling). U hoort een klikgeluid.
• Schroef de beschermdop terug op de RESET-knop.
• Sluit aan op de voeding en u kunt deze opnieuw gebruiken.
Reiniging en onderhoud
• AANDACHT! Koppel het apparaat altijd los van de voeding en
koel het af voordat u het opbergt, reinigt en onderhoudt.
• Gebruik geen waterstraal of stoomreiniger voor het reinigen
en duw het apparaat niet onder water, omdat de onderdelen
nat worden en er een elektrische schok kan ontstaan.
• Als het apparaat niet in een goede staat van reiniging wordt
gehouden, kan dit een negatieve invloed hebben op de levens-
duur 0van het apparaat en leiden tot een gevaarlijke situatie.
• Voedselresten moeten regelmatig worden gereinigd en uit het
apparaat worden verwijderd. Als het apparaat niet goed wordt
gereinigd, verkort dit de levensduur en kan dit leiden tot een ge-
vaarlijke situatie tijdens het gebruik.
Reiniging
• Reinig het gekoelde buitenoppervlak met een doek of spons
die licht bevochtigd is met een milde zeepoplossing.
• Om redenen van hygiëne moet het apparaat voor en na ge-
bruik worden gereinigd.
• Vermijd contact van water met de elektrische componenten.
• Dompel het apparaat nooit onder in water of andere vloeistoffen.
• Gebruik schuursponsjes of agressieve reinigingsmiddelen,
staalwol of metalen keukengerei om de roosterplaat te rei-
nigen en om roestige oppervlakken te verwijderen. (Zie ==>
Kruidenrichtlijn).
• Geen enkel onderdeel is vaatwasmachinebestendig.
Onderhoud
• Controleer regelmatig de werking van het apparaat om ern-
stige ongevallen te voorkomen.
• Als u ziet dat het apparaat niet goed werkt of dat er een pro-
bleem is, stop dan met het gebruik, schakel het uit en neem
contact op met de leverancier.
• Alle onderhouds-, installatie- en reparatiewerkzaamheden
moeten worden uitgevoerd door gespecialiseerde en bevoeg-
de technici, of worden aanbevolen door de fabrikant.
Transport en opslag
• Zorg er vóór opslag altijd voor dat het apparaat is losgekop-
peld van de stroomtoevoer en volledig is afgekoeld.
• Bewaar het apparaat op een koele, schone en droge plaats.
• P laats nooit zware voorwerpen op het apparaat, omdat dit het
kan beschadigen.
• Verplaats het apparaat niet terwijl het in bedrijf is. Koppel het