f ) De bladdiepte en de sluithendels van de
hoekafstelling moeten stevig en vast zijn alvorens
te snijden. Indien de bladafstelling verschuift bij
het snijden, dan kan het klemraken van het blad en
terugslag veroorzaken.
g ) Wees extra voorzichtig bij het verstekzagen in
bestaande muren of andere blinde zones. Het
uitstekend blad kan voorwerpen snijden, wat tot terugslag
kan leiden.
Veiligheidsinstructies voor verstektypezagen
a ) Controleer de bescherming op een goede sluiting
voor elk gebruik. Gebruik de zaag niet indien
de bescherming niet vrij beweegt en het blad
onmiddellijk omsluit. Nooit de bescherming
klemmen of vastmaken als het blad blootgesteld
is. Indien u per toeval de zaag laat vallen, dan
kan de bescherming gebogen zijn. Controleer of
de bescherming vrij beweegt en het blad of een ander
onderdeel niet raakt, in alle hoeken en snijdiepten.
b ) Controleer de werking en toestand van de
terugklapveer van de bescherming. Indien de
bescherming en de veer niet goed werken, dan
moeten ze nagezien worden voor gebruik. De
bescherming kan traag werken door beschadigde
onderdelen, kleverige neerslag, of een opbouw van vuil.
c ) Zorg ervoor dat de beschermingsplaat van de zaag
niet verschuift bij het uitvoren van het verstekzagen
als de hoekinstelling van het blad niet op 90° is. Een
blad dat zijdelings verschuift, zal klemraken veroorzaken
en waarschijnlijk ook terugslag.
d ) Zorg er altijd voor dat de bescherming het blad
bedekt alvorens de zaag neer te leggen op de bank
of op de vloer. Een niet-beschermd, draaiend blad zal
ertoe leiden dat de zaag achterwaarts gaat en alles
snijdt wat in haar weg komt. Wees bewust van de tijd
dat het duurt vooraleer het blad stopt nadat de schakelaar
is losgelaten.
Aanvullende veiligheidsinstructies voor alle
zagen met splijtmes
a ) Gebruik het passend splijtmes voor het blad dat
gebruikt wordt. Opdat het splijtmes zou werken, moet
het dikker zijn dan het lichaam van het blad maar dunner
dan de tanden van het blad.
b ) Stel het splijtmes af zoals beschreven in deze
handleiding. Onjuiste spatiëring, plaatsing en
gelijkrichting kan ertoe leiden dat het splijtmes niet
doeltreffend is bij het vermijden van terugslag.
c ) Opdat het splijtmes zou werken, moet het vastzitten
in het werkstuk. Het splijtmes is niet doeltreffend bij het
vermijden van terugslag tijdens korte sneden.
d ) Bedien de zaag niet indien het splijtmes gebogen
is. Zelfs een kleine storing kan de sluitsnelheid van een
bescherming vertragen.
Aanvullende veiligheidsinstructies voor
verstektypezagen
•
Draag oorbeschermers. Blootstelling aan lawaai kan leiden
tot gehoorverlies.
•
Draag een stofmasker. Blootstelling aan stofdeeltjes
kan leiden tot ademhalingsmoeilijkheden en
mogelijke verwondingen.
Gebruik geen bladen met een grotere of kleinere
•
diameter dan aanbevolen. Zie de technische gegevens
voor de juiste zaagcapaciteiten. Gebruik enkel de bladen
gespecificeerd in deze handleiding die conform zijn EN 847-1.
Gebruik nooit schurende afsnijwielen.
•
Overige risico's
Ondanks het toepassen van de relevante
veiligheidsvoorschriften en het toepassen van
veiligheidsapparaten kunnen sommige overige risico's niet
worden vermeden. Dit zijn:
•
Gehoorbeschadiging .
•
Risico op persoonlijk letsel door rondvliegende deeltjes.
•
Risico van brandwonden omdat accessoires tijdens het
gebruik heet worden.
•
Risico van persoonlijk letsel als gevolg van langdurig gebruik.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Laders
WALT laders hoeven niet te worden afgesteld en zijn zo
D
e
ontworpen dat zij zeer gemakkelijk in het gebruik zijn.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen.
Controleer altijd of het voltage van de accu overeenkomt
met het voltage op het typeplaatje. Zorg er ook voor dat
het voltage van uw oplader overeenkomt met dat van
uw stroomvoorziening.
Uw D
WALT oplader is dubbel geïsoleerd in
e
overeenstemming met EN60335; daarom is geen
aarding nodig.
Als het netsnoer is beschadigd, mag het alleen worden
vervangen door D
WALT of door een geautoriseerd
e
servicebedrijf.
Een verlengsnoer gebruiken
U dient geen verlengsnoer te gebruiken, tenzij dit absoluut
noodzakelijk is. Gebruik een goedgekeurd verlengsnoer
dat geschikt is voor de stroominvoer van uw oplader (zie
Technische gegevens). De minimale geleidergrootte is 1 mm
de maximale lengte is 30 m.
Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd volledig af
te rollen.
Belangrijke veiligheidsinstructies voor alle
acculaders
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES: Deze handleiding bevat
belangrijke instructies voor de veiligheid en voor de bediening
van geschikte batterijladers (raadpleeg Technische Gegevens).
nEDERLanDs
2
;
85