4. Technische gegevens
Aansluiting op het net .....................230V ~ 50 Hz
Opgenomen vermogen .......................... 590 watt
Wateropbrengst zonder terugslagklep: ...3750 l/u
Wateropbrengst met terugslagklep: ......3450 l/u
Opvoerhoogte max. ..................................... 38 m
Opvoerdruk max. ....................0,38 MPa (3,8 bar)
Aanzuighoogte max.: ..................................... 8 m
Druk- en zuigaansluiting ............. 33,3 mm (R1IG)
Watertemperatuur max. ............................... 35°C
Inhoud van het reservoir: ................................20 l
Inschakeldruk bij ca.:...............0,15 MPa (1,5 bar)
Uitschakeldruk bij ca.: .............0,30 MPa (3,0 bar)
5. Vóór inbedrijfstelling
5.1 Aansluiting van de zuigleiding
•
De diameter van de zuigleiding, slang of buis,
moet minstens 25 mm (1 duim) bedragen; bij
een zuighoogte van meer dan 5 m wordt 32
mm (11/4 duim) aanbevolen.
•
Zuigklep (voetklep) met zuigkorf monteren
aan de zuigleiding.
•
De zuigleiding van het wateraftappunt naar
het apparaat stijgend leggen. Vermijd abso-
luut om de zuigleiding te leggen boven de
hoogte van de pomp; luchtbellen in de zuiglei-
ding vertragen en verhinderen het aanzuigen.
•
Zuig- en drukleiding moeten zo worden
aangebracht dat ze geen mechanische druk
uitoefenen op het apparaat.
•
De zuigklep moet diep genoeg in het water
liggen, zodat een droogloop van het apparaat
wordt vermeden doordat de waterstand daalt.
•
Een ondichte zuigleiding verhindert door lucht
aan te zuigen dat er water wordt aangezogen.
5.2 Aansluiting van de drukleiding
•
De drukleiding (moet min. 19 mm (3/4" zijn))
moet direct of via een schroefdraadnippel
worden aangesloten aan de drukleidingaans-
luiting (33,3 mm (R1IG) van het apparaat.
•
Mits gepaste koppelstukken kan uiteraard
ook een drukslang van 13 mm (1/2") worden
gebruikt. Het pompvermogen wordt geredu-
ceerd door de kleinere drukslang.
•
Tijdens het aanzuigen moeten de in de
drukleiding voorhanden zijnde afsluiters
(spuitmondstukken, kleppen etc.) helemaal
opengedraaid zijn zodat de lucht vrij uit de
Anl_GE_WW_5537_E_SPK2.indb 41
Anl_GE_WW_5537_E_SPK2.indb 41
NL
zuigleiding kan ontsnappen.
5.3 Elektrische aansluiting
•
De elektrische aansluiting gebeurt aan een
wandcontactdoos met aardingscontact 230 V
~ 50 Hz, ampérage van de zekering minstens
10 amp.
•
De motor wordt door de ingebouwde ther-
mische contactverbreker beschermd tegen
overbelasting of blokkering. In geval van
oververhitting wordt de pomp automatisch
uitgeschakeld door deze contactverbreker en
na het afkoelen wordt de pomp automatisch
opnieuw in werking gesteld.
6. Bediening
•
Het apparaat opstellen op een stabiele, vlak-
ke en horizontale standplaats.
•
Verwijder de ontluchtingsschroef (8).
•
Schroef de voorfilterschroef (7) af m.b.v. de
bijgaande sleutel (11) en verwijder de voorfil-
ter (9) met terugslagklep (10) zoals getoond
in fig. 2. Daarna kunt u het pomphuis met
water vullen via de voorfilterschroef (7). Het
vullen van de zuigleiding versnelt het aanzui-
gen.
•
De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
•
Drukleiding openen.
•
Netleiding aansluiten.
•
Het toestel aan de netschakelaar (3) inscha-
kelen – het aanzuigen kan bij max. aanzuigh-
oogte tot 5 minuten duren.
•
Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld
als de uitschakeldruk van 3 bar is bereikt.
•
Na drukdaling door waterverbruik wordt het
toestel automatisch terug ingeschakeld (in-
schakeldruk ca. 1,5 bar).
•
Aan het einde van de werkzaamheden het to-
estel met de netschakelaar (3) uitschakelen.
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalifi ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
- 41 -
05.11.13 15:28
05.11.13 15:28